J. Greshoff
aan
Menno ter Braak
[Kaapstad], 6 december 1939
No. X
verzonden 6 dec. 39
I | 6 nov airmail |
II | 8 nov |
III | 11 nov |
IV | 14 nov |
V | 20 nov air mail |
VI | 23 nov aanget. |
VII | 27 nov verzonden |
VIII | 28 nov |
IX | 2 dec |
X | 6 dec |
5 dec. 1939, St. Nicolaas, zeer warm
Beste Menno,
De maand November leefden wij betrekkelijk gerust, maar nù vervullen de gebeurtenissen mij met een physieke walging. Ik heb voortdurend een misselijk gevoel. Een neiging tot angst-braken. Ik zit uren voor mij uit te staren. Tot niets in staat. De onbeschrijfelijke ploerterij in Finland, de stompzinnige perscampagnes tegen Zweden, de ‘waarschuwingen’ aan het adres van Holland: niets dan liederlijkheid en leugen. Finland is ‘aanvaller’! Zweden stookt Finland op! Nederland is ‘niet-neutraal’!!! Als deze kerels nu maar erkenden, dat zij uitsluitend het geweld erkenden; maar neen, zij zijn bovendien nog te laf en eerlijk in hun schurkerij te zijn. Ze leggen de ‘schuld’ bij een ander!
En dan te denken dat wij de inval in Oostenrijk al het toppunt van gemeenheid achtten en er ons (herinner je je nog) totaal overstuur over maakten! Nadien hebben de moffen en moskovieten ons nog héél wat anders op het gebied van laaghartige gemeenheid doen aangeschouwen!
Ik vond het zoo prettig uitvoerig naar Holland te schrijven over mijn dagelijksch leven; maar nu heb ik alle animo verloren. Mijn gedicht Slaat Haman dood ligt verlaten. Ik dwing me tot eenige lectuur. En ben nu bezig Elsschot, van Villa des Roses tot Het Been in de juiste volgorde te herlezen. Voor de hoeveelste maal?
Bovendien ga ik gebukt onder het isolement. Slechte verbinding, censuur? In elk geval krijgen wij slechts hoogst zelden bericht uit Europa. Jouw laatste missieve is nog immer van 19 October.
Gelukkig heb ik Zaterdag jl. met de ‘Meliskerk’, de zeven Tuinen en de herdruk van de Waterman ontvangen, alsmede de fam. Roothoofd. Ook dit alles zal ik lezen; maar met op de achtergrond het verschrikkelijke woordje waarom?
Het is niet gemakkelijk om nu vast te houden aan de overtuiging dat het fatsoen in laatste instantie altijd overwint. En toch moeten wij dat doen; moeten wij geloven en volharden, dat het geweld vroeger of later altijd spaak loopt.
Ook het Vaderland heb ik in lange tijd niet gezien. Het lijkt thans of alle verbindingen verbroken zijn. Ik schrijf maar getrouw en gelaten mijn brieven; maar komt er één nog aan???
Wat melden de kranten hier? Twee hoofdambtenaren van het Min. van Arbeid gearresteerd wegens landverraad? Bestaat zoo iets bij òns??? Ja natuurlijk, net zoo goed als er eenige Friesche ploerten zijn die met de Russchen heulen, zijn er natuurlijk Nederlandsche ploerten die met moffrika onder een deken liggen. Ik moet er niet aan denken; want dan ga ik huilen. Deze lieden staan gelijk met de z.g. patriotten die vroeger de Fransen binnen haalden.
Maar het gekke is dat ik mij eigenlijk van dit alles niets behoefde aan te trekken. Het is hier prachtig weer, van oorlog weet niemand iets af bij wijze van spreken. Een ieder bereidt zich voor op de grote vacantie die de volg week begint. Er is overvloed van alles, weinig of geen prijsstijging. De zaken floreren, de Beurs is stevig. Kortom een rust en zekerheid als wij zelfs voor de oorlog niet gekend hebben bij ons. En ik ben niet in staat er van te genieten.
Trouwens menschen als mijn kennissen hier, v.W. Louw, Scholtz b.v. zijn ook net zoo neerslachtig door Finland als ik. Zij voelen dat de afstand hier geen excuses voor onverschilligheid is en dat het hier gaat om iets internationaals: fatsoen, fatsoen, fatsoen, gewoon vulgair burgermansfatsoen.
En dan de onzekerheid over jullie allen! Zorg toch vooral dat je alles voorbereid hebt om, als de moffen binnenvallen tijdig weg te gaan. Ik zou àl wat ik bezat en bij elkaar kon brengen en Engelsch en Fr-geld in mijn zak steeds bij mij dragen of althans bij de hand hebben om via Marseille of Southampton naar ZA. te kunnen komen. Wij arrangeren dan wel verder ons gemeenschappelijk bestaan.
Wat moeten zwakkelingen gelukkig zijn.
Ik wacht nog even met de expeditie van deze brief.
5 dec. namiddag
Heden om 5 u. nog post!
1 Brief van Stols dato 30 Oct
1 Brief van Braat dato 20 Nov
Je ziet hoe hopeloos alles door een loopt. De twee brieven kwamen tegelijk aan!
Ook bericht van Viruly 5 november
Vanmiddag conferentie. We zijn bezig hier een tijdschrift op te richten plus een serie cahiers. Het staat er goed voor; maar eerst Donderdag is geschreven bericht mogelijk. Het is bitter noodig dat er wat leven in de brouwerij komt.
Tot op heden geen bericht van UEd! De post heeft de pik op je.
6 Dec. 9.30 am
Ik stuur deze nu maar weg. Het schijnt dat de aanslag op Zweden zich accentueert. En nu richten de Moskoviers zich ook tegen Turkije.
Uit een brief van Nini blijkt dat zij niets van Aty hoort, hoewel deze haar geregeld geschreven heeft. Waar blijven zulke brieven in godsnaam? Is zoo'n ontreddering van de posterijen nu werkelijk onvermijdelijk. En waar ligt de schuld?
Ik lees maar voor de 3e maal memoires van Harry Kessler, om het contact met een fatsoenlijk Duitsland niet geheel te verliezen. Men leert geduld en berusten!
Heel veel liefs van ons allen, voor jullie beiden,
steeds, hoe melancholiek ook, gehéél
je Jan
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum