Menno ter Braak
aan
J.M.B. Stolte (Utrecht)

Rotterdam,3 oktober 1929

R'dam, 3 Oct. 1929

 

Mijn lieve Hanneke,

Dat dit vervelende intermezzo nu juist op dezen dag tusschenbeide moest komen! Ik voelde me gisterenmorgen bij het opstaan al niet prettig, maar ben toch maar naar de school gegaan. ‘S Middags had ik vrij (Woensdag) en dus kon ik toen dadelijk weer in bed kruipen, met dit gevolg, dat ik eenige uren stevig koorts had en visioenen kreeg over een gebouw van de N.R.Ct., dat steeds hooger werd. Ook vannacht heb ik het nog even leelijk te pakken gehad; wat het eigenlijk geweest is, weet ik ook niet, het zal wel een ‘gevatte kou’ zijn. Tenminste nu voel ik me koortsvrij en kan in deze houding al aan je tikken. Ik bleef vanmorgen thuis en hoop door een dag huisarrest mezelf er morgen weer bovenop gewerkt te hebben. Ik wachtte tot het laatst met telegrafeeren, omdat ik nog altijd een vage hoop had, plotseling weer beter te zijn, zoodat ik me in staat voelde te reizen. Het lijkt me nu toch maar het best, hoewel ik me werkelijk opgelucht voel, met dit ellendige regenweer maar geen tocht naar Utrecht te wagen.

Het is verschrikkelijk jammer, maar ik wil nu toch niet meer over mijn ‘toestand’ zeuren, net of het iets heel gewichtigs was. Alleen deed ik het zoo betrekkelijk uitvoerig, om je gerust te stellen en je bovendien nog eens te laten merken, dat ik als het eenigszins mogelijk was geweest, gekomen was! Gelukkig had ik juist den vorigen dag (Dinsdag dus) het stuk voor de krant nog afgemaakt, zoodat ik hier tenminste niet in gebreke behoef te blijven.

Ik hoorde nog niets van de ouders o.a. ook niets over het bezoek van Gerda. Misschien rekenen zij er op, dat jij dat verder me me overlegt; nu dat niet kan, is het misschien het beste, als jullie iets zekers hebt afgesproken, dat je het mij even per brief laat weten. Ik denk wel, dat ik Zaterdag weer opgeknapt ben, en anders zou ik altijd nog voor dien kunnen aftelegrafeeren. Waren oom Jan en tante Lize er al? En kreeg je nog ander bezoek? Wanneer mag je uit het ziekenhuis? Allemaal vragen, die ik je vanmiddag had willen stellen, en die je nu maar gauw even schriftelijk moet beantwoorden. Het is niet gezellig, om hier op bed te liggen, hoewel de geestdrift der Wortelboeren onbegrensd is. Ze hebben me trouwens een ongehoord lage nota over September aangeboden, n.l. 9.42; dus van afzetterij kun je niet spreken. Vanavond zal ik toch maar een poging doen, om Caland te bereiken, want anders loopt het met het diner niet. Je schrijft dus in elk geval even, hoe of wat Zaterdag?

Heel veel zoenen (dit kan ik niet typen) van

je Menno

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie