Menno ter Braak
aan
R.A.J. van Lier
Rotterdam, 21 april 1932
21 April 1932
Beste van Lier
Hierbij je prozastuk terug. Tot mijn schrik ontdekte ik, dat ik het had laten liggen!
Batten zei mij een novelle ter lezing toe. Is die al klaar? En hoe staat het met je eigen werk?
Ontving je proef van ‘Mientje Maanster’?
v.gr. tt.
Menno ter Braak
[in handschrift van Van Lier:] beantwoord, 24 April
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum