Johan Huijts
aan
Menno ter Braak

Rotterdam, 16 november 1928

16 Nov. 1928

Beste!

Inderdaad gaat het met de vertooning van Bett und Sofa niet zoo maar. De betrokken inspecteur van politie heeft me naar den burgemeester verwezen en hoewel ik wel vertrouw, dat deze ons terwille zal zijn, blijft natuurlijk het gevaar bestaan, dat hij niet wil. En al is het [onleesbaar]standpunt in dat geval nu honderdmaal onhoudbaar, je ziet zelf wel in, dat de liga het niet op een proces kan laten aankomen. In de eerste plaats vind ik geen bioscoop, die mee wil werken, omdat deze op goede voet met de politie moet blijven, en bovendien zou het een exodus van leden betekenen, die niet in een dergelijke gezagskwestie gemengd willen worden. Laat Pelster in elk geval zorgen, dat in het geval alles verkeerd loopt, Rotterdam een gelijkwaardig programma vertoonen kan.

Ik moet nu toch het algemeene verband tusschen dagelijksch bestuur en afdeelingsbestuur nog eens ter sprake brengen. Zoo gauw ik op de hoogte was van het standpunt, dat hier de politie op het punt van afgekeurde films inneemt, heb ik jullie gevraagd de vertooning van Bett und Sofa, indien beoogd, zooveel mogelijk op te schorten en me in elk geval zoo lang moglijk van te voren te waarschuwen. Er wordt geen nader overleg met me gepleegd, ik moet ook maar in Filmliga lezen, dat tot de vertooning besloten is. Dat gáát niet. Je zult me wel verwijzen naar de besprekingen te Amsterdam na afloop van jullie voorstellingen, maar het feit dat we daar niet altijd een vertegenwoordiger heen kunnen sturen, ontslaat jullie niet van de verplichting, aan ev. verzoeken van de afdeelingsbesturen te voldoen.

Ik zou dit werkelijk niet zoo hardvochtig zeggen, als ik niet den indruk had, dat jullie in de meeste gevallen vindt ‘dat we wel wachten kunnen’. Als ik vraag de samenstelling van de programma's even te melden, zoodra zij vaststaat, gebeurt dit toch niet: het eerste wat we hooren, is jullie convocatie. Het gebeurde, dat ik de samenstelling uit Amsterdamsche kranten las, nog vóór zij mij officieel is meegedeeld. Dat kan toch wel anders. Zeker, het kost allemaal veel tijd. Maar daarvoor zitten we er nu eenmaal tusschen.

What about de Lapland-film? Want daaromtrent hoorde ik nog niets, dan dat er een ‘shop’ was, ‘waarvoor wij ons konden [onleesbaar]’.

Ik verwensch mezelf om deze boude predicaties. Heel veel hoef je er dus niet bij te doen!

Beste gr.

je

Johan Huijts

Origineel: Amsterdam, EYE Film Instituut Nederland

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie