Troost door de formule
WAT wij op onze middel-eeuwsche collega's voor schijnen te hebben, is een wetenschappelijke ordening van de stof, die voor dien middeleeuwer onderworpen scheen aan een voor het weten slechts te hooi en te gras controleerbare wetmatigheid: den strijd tusschen God en Duivel. Die ordening maakt het ons mogelijk een zekere oppervlakkige rust te vinden bij het besef,
dat alles uit te drukken is in formules. De formules zijn daarom zoo geruststellend, omdat zij uit den mensch zelf zijn voortgekomen; terwijl de middeleeuwer zich overgeleverd voelde aan een bovenzinnelijk spel, waarvan hij hoogstens de teekenen kon trachten te duiden, gaat de man van thans prat op zijn astronomie. Omdat men ons op school geleerd heeft, dat de komeet van Halley op gezette tijden haar opwachting komt maken, of, als zij bij ongeluk niet terugkomt, wel uit elkaar zal zijn gevallen en zich minstens door een sterrenregen zal laten vertegenwoordigen, is een stuk van den angst voor het verschijnen van kometen weggenomen; overal, waar de formule iets wetmatigs inschakelt, worden wij meer en meer immuun voor de paniek. Een ziekte heeft minder verschrikkingen, wanneer men weet, dat zij door een bacil veroorzaakt wordt. De geschiedenis verliest veel van haar bloederige en zeer onstichtelijke wanordelijkheid, wanneer geschiedphilosophen ons duidelijk hebben gemaakt, dat aan al het rumoer en gemoord een ontwikkelingsprincipe (ofiets anders) ten grondslag ligt, dat zich door rumoer en moord in het geheel niet laat imponeeren. Wij leven dus bij de formule in pais en vree...maar juist zoolang als de formule zich toereikend toont. Wie meent, dat het irrationeele element door overvloedig formulegebruik zou kunnen verdwijnen, kent de Duitschers en ook de menschen niet. Alleen heeft het domweg aangekweekte vertrouwen op de formule de weerbaarheid jegens de verrassing, die den middeleeuwer hielp rampen aan een ‘hoogere macht’ te endosseeren, belangrijk verzwakt, zoodat tegenwoordig ook het irrationeele in den quasi-rationeelen vorm van een quasi-wetenschappelijke formule moet worden opgediend; de rassenleer.