Het spel en de regels
VAN het gewone spel (der kinderen en der ouden) is het één reeks van vloeiende overgangen naar de cultuur en haar gecompliceerde regels; ook de ‘hoogste’ uitingen van kunst en wetenschap hebben, bij nadere beschouwing, het spelelement zoo duidelijk als essentieel bestanddeel in zich, dat men er zich eerder over moet verbazen, dat hier ooit grenzen getrokken zijn, dan dat die grenzen zoo vaag zijn. Zoowel in het spel als in kunst en wetenschap verzet de mensch zich tegen de consequenties van het z.g. practische leven; hij schept zich regels, die doelbewust tegenover de dwingender en nuchterder regels van de economie worden gesteld, om zich in
dat spel te kunnen genieten als een ander, een machtiger, een verlost wezen. In het spel handhaaft de mensch zich in zijn geraffineerde primitiviteit en infantilisme; zoowel de toewijding aan het voetballen en schaken als de toewijding aan kunst en wetenschap verraden intens genoegen in het ‘tegen beter weten in’ handhaven van een geïsoleerde wereld, waarvan men de wetten zelf met veel grooter zekerheid kan beheerschen dan dat in de ontnuchterende samenleving het geval is. Men vergelijke slechts het drama met het schaakspel, de z.g. tooneelwetten van Aristoteles met de spelregels! Een groot deel van het klassicistisch tooneelrepertoire staat naar den vorm, en vaak ook naar den inhoud, dichter bij het schaakspel dan bij het ‘werkelijke leven’, zooals ons dat door de naturalisten werd gedecreteerd. Het spel is de ondergrond van alle cultuur; alleen geeft men er de voorkeur aan het spel niet langer spel te noemen, als de spelregels met de waardigheid van den homo sapiens verband gaan houden, als het spel een ‘zin des levens’ oplevert, en als remedie dienst moet doen tegen de onverklaarbaarheid van het levensmysterie. Daar treedt de ernst op, en het systeem; maar helaas, ook tusschen spel en systeem zijn de grenzen vloeiend, en niet alleen bij de roulette! Het spel immers is niet alleen iets vermakelijks, waardoor men zich verstrooit; het is ook het scholastisch web van interessante voorschriften, die zoo en niet anders moeten worden uitgevoerd, die de aandacht afleiden van het onoplosbare door de aandacht volledig op te eischen voor de harmonie der regels. Het spel (men zie het spel der kinderen) streeft naar complicatie, naar ingewikkeldheid, naar volledigheid en vervanging van al het andere; het streeft dus
naar ernst en waardigheid. Hoe ingewikkelder en vergeestelijkter het spel, des te sterker de aandachtsconcentratie, die het vereischt, en des te grooter zijn waarde als middel om den levensangst af te reageeren; maar des te grooter ook de kans, dat men plotseling uit zijn spel tuimelt en den ernst van het spel, waarmee men pas nog zoo ijverig bezig was, herontdekt als de lachwekkendste manier om zich aan een mechanisme te verslingeren.