[p. 253]

Bibliographie

[p. 254]

Het lijkt mij gewenscht een korte verklaring te geven van de wijze, waarop ik onderstaande bibliographie samengesteld heb. Op verzoek van dr ter Braak en den uitgever zijn de artikelen uit Propria Cures, door hem als student geschreven, en de critieken in de N.R.C. en Het Vaderland verschenen, niet afzonderlijk vermeld.

Ik had bij de samenstelling de keuze tusschen een zuiver chronologische volgorde der bijdragen of een behandeling van elk tijdschrift afzonderlijk; ik koos voor de overzichtelijkheid het laatste.

De essays en romans, die eerst in tijdschriften zijn verschenen en later herdrukt werden in een der hieronder genoemde boeken zijn van een ster voorzien.

Boeken

KAISER OTTO III, Ideal und Praxis im frühen Mittelalter (J. Clausen, Amsterdam 1928).
CINEMA MILITANS (De Gemeenschap, Utrecht 1928).
HET CARNAVAL DER BURGERS (Van Loghum Slaterus, Arnhem 1930; 2e druk Nijgh en van Ditmar, Rotterdam, 1934).
DE ABSOLUTE FILM (W.L. en J. Brusse, Rotterdam, 1931).
AFSCHEID VAN DOMINEESLAND (A.A.M. Stols, Maastricht, 1931).
MAN TEGEN MAN (A.A.M. Stols, Maastricht, 1931).
HAMPTON COURT (Nijgh en van Ditmar, Rotterdam, 1931).
DÉMASQUÉ DER SCHOONHEID (Nijgh en van Ditmar, Rotterdam, 1932).
DR DUMAY VERLIEST... (Nijgh en van Ditmar, Rotterdam, 1933).
POLITICUS ZONDER PARTIJ (Nijgh en van Ditmar, Rotterdam, 1934).
HET TWEEDE GEZICHT (L.J.C. Boucher, den Haag, 1935).
DE PANTSERKRANT, een tragicomedie van wapens, schrijfmachines en idealen in drie bedrijven. (Nijgh en van Ditmar, Rotterdam, 1935).

Bijdragen in bundels

KULTUUR EN WETENSCHAP IN HET NIEUWE RUSLAND, artikelen door Nederlanders. (N.V.H. van Staal, Rotterdam, z.j.): De Russische film als cultuursymbool.
ANTI-SCHUND (De Gemeenschap, Utrecht, z.j.): Stand en bevoegdheid van Is. Querido's litteratuurcritiek.*
ERTS 1926 (S.L. van Looy, Amsterdam, 1926): De handelsreiziger; De reporter en het asphalt.
ERTS 1927 (S.L. van Looy, Amsterdam, 1927): Het verliefde heidendom (Louis Couperus, Korte Arabesken).*
ERTS 1929 (A.J.G. Strengholt, Amsterdam, 1929): Pudowkin dicht... (Analyse-in-woorden van een ‘filmpoëem’).*
ERTS 1930 (A.J.G. Strengholt, Amsterdam, 1930): Het essay als litteraire vorm.
BALANS, algemeen jaarboek der Nederlandsche kunsten 1930-'31. (N.V. Drukk. en uitg. Leiter-Nypels, Maastricht, 1931): Realiteit, fragment uit een monographie ‘De absolute film’.*
[p. 255]

Tijdschriften

DE VRIJE BLADEN  
  Jaargang II 1925 Afl. 4 Over Herman de Man.
  5 J.W. de Boer: Ras. Het Nachttij der Runia's.
  6 De film als dramatisch verschijnsel.
  10 H. van Loon: In de verstrooiing.
  11 Over Adwaita.*
  12 Over Adwaita.* (slot)
  III 1926 2 Anti-thesen.
  3 Benno J. Stokvis, Wrange vruchten; Herman Teirlinck, De wonderlijke Mei
  5 Het groote ledige.
  6 H. Marsman, Penthesileia.
  7, 8 en 9 Cinema militans.*
  10, 11 en 12 De psychologische pastorale; A.M. de Jong, Merijntje Gijzen's Jeugd (Flierefluiter's Oponthoud); J. Mathijs Acket, Jacques Perk; Margot Vos, Vlammende Verten.
  IV 1927 1 Het opium der vormen.*
  2 Alcohol, water en aesthetiek.
  3 ‘Das Grabmal des Unbekannten Soldaten’.
  4 H. Marsman, De Anatomische Les.*
  6 Het schoone masker *; Het touwkluwen in de war (Repliek).
  7 Het schoone masker II *; Terug naar de werkelijkheid (Repliek).
  8 De haat des positieven en des negatieven.*
  10 Het geval Smeding.
  V 1928 1 Carry van Bruggen: Eva.*
  3 Waarom ik ‘Amerika’ afwijs.*
  7 Johan van Vorden, Alex' Vrouwen.*
  11 De wegen.*
  VI 1929 4 Twee methoden.*
  5 Een Nederlandsch filmdebuut.
  10 Mien Proost, Het Middelbaar Onderwijs en andere gedichten.
  12 J. van Oudshoorn, Pinksteren.
  VII 1930 1 Wij Carnavalgangers I.*
  2 Wij Carnavalgangers II *; Emmy van Lokhorst, Vrouwen.
  3 Wij Carnavalgangers. III *
  4 De moderne ketterjager.*
  6 Aanklacht en heimwee.*
  7 Just Havelaar en zijn tegenstanders.*
  8 en 9 Het onvolkomen huwelijk.*

[p. 256]

  Jaargang VII 1930 Afl. 10 Waarom ketters? *
  VIII 1931 1 Prisma of dogma? *
  5 Eline's gezicht; * Zoo lang er hoop is.*
  6 Eline's gezicht.*
 
DE STEM  
  Jaargang VII 1927 Afl. 3 Ondergang.*
  4 Ondergang (slot).*
  5 Antwoord op de enquête ‘Waarheen gaan wij?’ *
  7 en 8 De film ‘De Moeder’.*
  VIII 1928 7 en 8 ‘Verdediging van de Middeleeuwen’.*
  IX 1929 2 Een Keizer van den Staat Gods.
  X 1930 2 Het Carnaval der Geloovigen.*
  7 en 8 Huizinga voor den afgrond *
  XI 1931 1 Alie van Wyhe-Smeding, Provincialisme en Rethoriek.
  4 Signalen.*
  5 Terug naar de Provincie.*
  6 Gerekt Afscheid.*
 
CRITISCH BULLETIN  
  Jaargang I 1930 Afl. 1 Jakob Wassermann, Cristoph Columbus, der Don Quichote des Ozeans.
  2 R. van Genderen Stort, Hinne Rode.*
  6 Dr. H. Gerversman, Walther Rathenau, de tragedie van den tijd.
  7 en 8 ‘Die Frau von Morgen’.
  9 William Bolitho, Twelve against the Gods, the story of adventure.
  10 J. van Oudshoorn, In memoriam.
  11 The critique of humanism, a symposium, edited by C. Hartley Grattan.
  II 1931 1 Ilja Ehrenburg, Das Leben der Autos.
  2 Johan van Vorden, Maja.*
  3 Ilja Ehrenburg, 13 Pfeifen.
  5 P.H. Ritter Jr., De apologie van den misdadiger.
  III 1932 2 Historische bladzijden Amerikaansche critiek.
  VI 1935 3 Menno ter Braak, Politicus zonder partij (onder het pseudoniem Thea Poortman).
 
I 10  
  1927 Afl. 1 Pantserkruiser Potemkin; Geheimnisse einer Seele.*
  2 Metropolis.*
  3 Russische filmcultuur.*
  4 Iwan de verschrikkelijke.*

[p. 257]

  5 Grondslagen der filmaesthetiek.*
  6 Grondslagen der filmaesthetiek (slot).*
  7 Jazz.*
  11 Cavalcanti.*
  12 De zin van rhytme en vorm in de film.*
  1928 13 L. Moholy-Nagy, Malerei, Fotografie, Film.
  16 La Coquille et le Clergyman.
  1929 19 Chapeau de paille d'Italie.
  20 L. Fawcett, Die Welt des Films.
  21 en 22 Tien dagen, die de wereld deden wankelen.
FILMLIGA  
  Jaargang I 1927/28 Afl. 1 De aesthetiek van het filmprogramma.
  2 Asta Nielsen en het scenario; De dans om het gouden kalf (filmaesthetiek).
  3 Onze tweede matinée (formeel, materieel); Is de film een gemeenschapskunst?
  4 Wat is democratische filmcultuur; Opruiming in U.S.A.; Jazz... van Cecil B. de Mille; Nosferatu van dr. F.W. Murnau; ‘Grass’, story of a nation on the march.
  5 De Telegraaf en de Liga; Henrik Galén: De student van Praag.
  6 Victor Fleming: The way of all flesh (Vader); Max Reichmann: Die Peruecke (in samenwerking met H.S.)
  7 Is de film een gemeenschapskunst?; Paul Valéry en de film; Het zonnige Zuiden; Invitation en voyage.
  8 Mister Woe (Lon Chaney); Robert Wiene: Raskolnikov.
  9 Onze achtste matinée; Paul Czinner: Liebe; Dmitri Buchowetzki: Haar Koninkrijk; ‘Die Liebe der Jeanne Ney’ en Ilja Ehrenburg; De films van J.C. Mol; Jacques Feyder: Crainquebille.
  10 Een jaarverslag; Fritz Lang: Spione.
  11 Onze tiende matinée; A.F. Dupont: Variété; Paul Leni: De Chineesche papegaai; Onze wipneusjes en waasoogjes.
  12 De Filmliga, de ‘Tijd’ en het Kommenisme; Die Amsterdamerin Lil Dagover bei Tuschinski.
  II 1928/29 1 Greta Garbo als Anna Karenina; Jacques Feyder, Thérèse Raquin; Wings (Vlammende vleugels).

[p. 258]

Jaargang II 1928/29 Afl. 2 Germaine Dulac: La folie des vaillants; Jacques Feyder: Visages d'enfants; Harold Lloyd: Speedy; Socrates en de Keuringscommissie; ‘Sprekende cijfers’.
  3 Ons tweede programma; René Clair en zijn werk; Wsewolod Pudowkin.
  4 Bed, Sofa, Liga, Moraal; Film te Parijs.
  5 Het geval Poedowkin; A.E. Dupont: Moulin Rouge; Joe May: Heimkehr; De geheime Koerier; Joseph von Sternberg: Het laatste commando; Thomas Mann en de film; J. Raismann: Gevangenis; Man Ray: Etoile de mer.
  6 ‘Branding’ als mislukking en als resultaat; IJsbreker Krassin; Victor Sjöström: The divine woman; Walter Ruttmann: Berlin, die Symphonie einer Grosstadt; Abel Gance: Napoleon.
  7 Ons zesde programma; Abel Gance: Napoleon; Eugen Deslav: La marche des machines; Jean Dréville: Indiscrétions cinégraphiques; Willem Bon: Stad.
  8 De stand van zaken; Joe May: Asphalt; Een openbaring?
  9 en 10 Broadway Melody, Showboat, The singing fool; De Centrale Commissie voor filmkeuring verbiedt Raismann's ‘Gevangenis’.
III 1929/31 1 De Nieuwe Rotterdammer, de Nederlandsche bioskoopbond en de Filmliga; Theatralia; Jeanne d'Arc, Heien, Jardin du Luxembourg; Kantteekening.
  2 Het gevaar der filmkunst en de heer van Staveren; Josef von Sternberg: De dokken van New-York; Film-Photos Wie noch nie; Een meening over Jeanne d'Arc.
  3 en 4 Twee apostelen; A.E. Dupont: Atlantic.
  5 Filmprogramma's in ‘De Uitkijk’; Alraune, De Katholieke filmgids, of: Waar halen wij onze normen vandaan?
III 1929/31 6 De censuur te Delft; Walter Ruttmann: Melodie der Welt; Miss Rusland voor de Liga-keuring (Naschrift).

[p. 259]

  Jaargang III 1929/31 Afl. 7 De nederlaag van Ch. Dekeukeleire; Carl Froelich: Die Nacht gehört uns; Het geval: Atlantic (Naschrift).
  8 Indrukken uit het Noorden; Alexander Room: Menschenarsenaal; Love Parade (Maurice Chevalier), Ich glaube nie mehr an eine Frau (Richard Tauber); Erich von Stroheim: Wedding March; De criticus en de slet (Naschrift).
  9 en 10 Epiloog; Het vierde Ligajaar, jaarverslag van den aftredenden secretaris der Ned. Filmliga over 1930-1931.
  IV 1931/32 1 Het phaenomeen Tuschinski. (Een jubileum-artikel).*
  2 Fritz Lang: ‘M’.
  3 De cliché-fabriek (Ilja Ehrenburg, Die Traumfabrik).
  4 Pil Jutzi: Berlin-Alexanderplatz; De gelukkige René Clair.
  5 R. Siodmak: Stürme der Leidenschaft; George Hill: Min and Bill.
  6 Naar een Concertgebouw voor de filmkunst? (Ten afscheid).*
FORUM  
  Jaargang I 1932 Afl. 1 Ter inleiding, in samenwerking met E. du Perron en Maurice Roelants; Démasqué der schoonheid *; Het luchtkasteel van de Ligt uit de lucht bezien.
  2 Démasqué der schoonheid *; Een nieuwe Rembrandt en een nieuwe Coen.
  3 Démasqué der schoonheid *; Two impossible men *; Maler sehen dich an...; Desertie bij de Gideonsbende; Zgn.*
  4 Démasqué der schoonheid *; Moralisten als Donquichotes *; Eckermann-herdenking.*
  5 Démasqué der schoonheid *; ‘All men are snobs about something’ *.
  6 De gymnastiek der opdrachten; De arbeider in den Taaltuin.*
  7 Een studie in schaduw *; Vooroordeel tegen Schweitzer *; ‘Ol Mamaatjen enz.’
  8 Welk vakje?*
  9 Eckermann's Gespräche mit Eckermann *; Het links gerichte collectief.

[p. 260]

Jaargang I 1932 Afl. 10 Rembrandtvereering in rok.*
  11 Het schrijverspalet *; Braaf, goedaardig en weerloos *; De aesthetiek der kleermakers.*
  12 In memoriam Carry van Bruggen *; Salverda contra Multatuli.
II 1933 1 Dr Dumay verliest... *; Chaos.
  2 Dr Dumay verliest... *; Sancta simplicitas *; De tyranny verdrijven?
  3 Dr Dumay verliest... *; De oudhelden.
  4 Dr Dumay verliest... *
  5 Hitler, Ebenbild des Herrn *; Dr Dumay verliest... *
  6 Dr Dumay verliest... * (slot); Boeken en burgers *; Weer eens bij de schilders.*
  7 Prijs voor het bloemlezen; Het naspel van Dubrovnic.
  8 Psychologie van de caricatuur.*
  10 Jakob Wassermann en ‘Die Sammlung’ *; Paapsche sympathieën *; Het mysterie van Leidschendam.*
  12 Een schrijver na zijn dertigste jaar *; Heldenvereering.*
III 1934 1 Ter inleiding bij den nieuwen jaargang (in samenwerking met de overige redacteuren).
  2 Pirandello in practijk; Renaissance van het fatsoen *; Kleiner Mann, was nun?
  3 ‘Das unbewusste Europa’; ‘Das unbewusste Europa’ (slotcommentaar); ‘I'm no angel’ - but we'll see you again! *
  4 Einstein *; De Brueghels *; Corruptie.*
  5 Tactiek.
  6 Cliché van den verleider (onder het pseudoniem A.P.) De ganzen en het Capitool; Horst Wichmann.*
  8 André Gide en de Jordaan.*
  9 In de gribbele-grabbele.
  10 De jubilaris Lodewijk van Deyssel *; Ons speelgoed.*
  11 De nieuwe mensch.*
  12 Gesprek over den zin des levens.
IV 1935 1 De humor van Jo Spier.*
  2 Repliek van den nuchteren Dionysos (H. Marsman als moralist der poëzie.)

[p. 261]

  Jaargang IV 1935 Afl. 4 Thea ter Braak-Poortman.
  5 Het Instinct der Intellectueelen.*
  Commentaar bij Lieven Nijland Redivivus.
 
DEN GULDEN WINCKEL  
  Jaargang XXV 1926 Afl. 3 Opmerkingen over het hedendaagsch essay.
 
KRINGSCHOUW  
  Jaargang VIII 1929 Afl. 1 Filmhistorie en filmverbeelding.
  1930 7 Het zien van films.
 
STUDENTEN (Kopenhagen)  
  Jaargang I 1930 Afl. 31 Hollandsk filmskunst: Nyskabelser (in het Duitsch geschreven)
 
DE SCHAKELAAR  
  Jaargang V 1930 Afl. 20 (Couperusnummer) Couperus de leesbare.
 
DE GIDS  
  Jaargang XCVI 1932 Afl. 2 Dionysos en Pentheus (H.W. Brann, Nietzsche und die Frauen).*
 
GROOT-NEDERLAND  
  Jaargang XXXI 1934 Afl. 1 Nietzsche contra Freud.*
  2 Nietzsche contra Freud.*
 
DIE SAMMLUNG  
  Jaargang I 1934 Afl. 8 Geist und Freiheit.*
 
DAS NEUE TAGE-BUCH  
  Jaargang II 1934 Afl. 52 Emigranten-Literatur.
  III 1935 3 Zum Thema Emigranten-Literatur, Antwort an Andermann und Marcuse.

Ter Braak was redacteur van het Amst. Studenten Weekblad ‘Propria Cures’ van 2 Febr. 1924 tot 24 Oct. 1925. Hij schreef, behalve onder eigen naam of initialen, in dit blad (ook voor en na zijn redacteurschap) onder de pseudoniemen Scissor, K(urt) B(rennema), Murena, M.L., Priktol, Baron zur Wüste en P. C R.

 

In de ‘Nieuwe Rotterdamsche Courant’ schreef ter Braak in 1930 en 1931 op ongeregelde tijden ‘Filmreflexen’. In 1932 en 1933 werkte hij aan deze courant mee als schrijver van boekbeoordeelingen. Sedert 12 Nov. 1933 verschijnen geregeld artikelen van zijn hand in ‘Het Vaderland’.

G.H. 's-GRAVESANDE

[p. 263]

INHOUD

Het Tweede Gezicht VII
Een Studie in Schaduw 1
Het Schrijverspalet 21
Anthonie Donker, Administrateur 47
De Humor van Jo Spier 55
Paapsche Sympathieën 60
Naar een Concertgebouw voor de Filmkunst? 78
De Jubilaris Tuschinski 85
Bij het Graf van den Cineast 94
Tweeërlei Paradoxen 99
Dionysos en Pentheus 110
‘Geest’ en ‘Vrijheid’ 123
Hitler, Ebenbild des Herrn 136
Nationalisme, geopenbaard en verloochend 142
Einstein 152
Het Instinct der Intellectueelen 161
Journaal van het Tweede Gezicht 182
Bibliographie 253

[p. 264]

Deze uitgave van MENNO TER BRAAK: HET TWEEDE GEZICHT vormt het vijfde deel van de serie FOLEMPRISE uitgegeven te 's-Gravenhage door L.J.C. Boucher

 

*

 

De oplage, gedrukt in Juni 1935 bij Boosten & Stols te Maastricht, bestaat uit 20 exemplaren op met de hand geschept Vélin Vidalon uit de molen van Canson & Montgolfier te Annonay, waarvan 15 exemplaren genummerd I-XV in den handel, en daarnaast 600 exemplaren op Allura-papier.