Kunstavond in den Kon. Schouwburg ten bate van de oude Nederl. tooneelspelers

Het was gisterenavond vol in den Kon. Schouwburg en dat zal den energieken organisatoren van dezen avond ten bate van de oude garde der acteursfamilie groote voldoening hebben geschonken. Het was, behalve vol, ook vol van een voor deze deftige hallen ongewone feestelijke stemming, die er het hare toe bijdroeg om den avond volledig te doen slagen. Het is, terwijl wij dit schrijven, lang na middernacht en nog danst men op het feeërieke draaitooneel bij de muziek van ‘The Moochers’; wij zullen dus kort zijn en den criticus ditmaal achterwege laten, om den verslaggever te laten refereeren.

Het programma, dat vlot geconfereerd werd door Cor van der Lugt Melsert, was zeer afwisselend en geschikt om het talrijke publiek met ‘voor elck wat wils’ te bedienen; wij zagen, na de inleidende woorden van den heer van der Lugt, mevr. van Eysden-Vink weer eens op de planken, ditmaal in gezelschap van Elsensohn, in een nogal kop- en staartloozen eenacter: ‘Een Onbezorgde Toekomst’; wij hoorden Willy Corsari haar liedjes voordragen, begeleid door Walther Matthies; er werd ons een psychologische test afgenomen, ter bepaling van onze oplettendheid door middel van een stukje, getiteld: ‘Let het Publiek goed op in den Schouwburg?’ (die nogal goed uitviel en met fraaie prijzen werd beloond): voorts was er een aardig niemendalletje van Claude Roger-Marx, ‘Zondag’, waarin Annie van Ees en Dick van Veen, benevens Johan Haus als diplomatieke ober het probleem van het volkomen huwelijk effleureerden: en daarna vierde Louis Davids (o.m. met een geheel nieuw liedje, kersversch uit Zwitserland meegebracht) een triomfje, dat den eerwaardigen Schouwburg deed daveren.

Toen was het pauze; maar pauze beteekende ditmaal niet allen koffiedrinken en slenteren. Fantastische vermakelijkheden belaagden den argeloozen bezoeker; men kon zich door Annie van Ees, die in een geheimzinnig tentje zat opgesloten, de hand laten lezen en bij mej. Mimi Boesnach in een plank prikken en, na de heraut Jan van der Linden gepasseerd te zijn, een werkelijk bijzonder geestig theatermuseum bewonderen. Er was nog veel meer te zien, maar wij hebben niet alles genoten, omdat men elkaar verdrong. Ook autoriteiten (waaronder minister Marchant, mr dr Bosch ridder van Rosenthal en jhr Beelaerts van Blokland) lieten zich op de kermis niet onbetuigd.

Na de pauze heeft de heer Van der Lugt de ijverige dames van het comité gehuldigd met fraaie bloemen en een handige heer een ets van Piet van der Hem geveild. Toen volgde er nog een sublieme goochelseance en een tooneelstukje ‘De Hoteldief’, gespeeld door Gimberg en Louise Kooiman; waarop alle rang- en standsonderscheiden vervielen, midden in de zaal sigaretten werden opgestoken en in een minimum van tijd de draaischijf in een dancing was omgezet. Er zal nog wel een rijk gevarieerde nacht gevolgd zijn, maar daar kunnen wij helaas niet meer van meepraten. Dat de opbrengst groot geweest zal zijn, lijkt ons niet aan twijfel onderhevig.

M.t.B.