Le Nouveau Testament
Blijspel van Sacha Guitry
Alliance Française - Nederland-Frankrijk.

Sacha Guitry heeft de gewoonte ons binnen te leiden in een imaginaire wereld; een wereld waarin het in werkelijkheid zoo gecompliceerde menschdom vastgelegd ligt in vaste tooneeltypen, waarmee hij op de handigste wijze manoeuvreert om zijn publiek (het publiek van Parijs en verre omstreken) jaar in jaar uit bezig te houden. Ook in ‘Le Nouveau Testament’ betoont Sacha Guitry zich weer een geroutineerd tooneelschrijver.... met den nadruk op tooneel. Want ieder effect, dat zijn vlotte pen produceert, is bestemd om het te laten reproduceeren door acteurs; het is zonder een publiek, dat er vlug en onmiddellijk vergetend op reageert, een effect zonder de ware echo. Mevrouw: ‘On ne regarde pas sa secrétaire!’ Mijnheer: ‘Non, mais on la voit.’ In zulke dialoogjes, waarvan men er gisterenavond in het programma ter meerdere stichting en ter propageering van de welbekende Fransche ‘esprit’ een aantal bij elkaar had gelezen (om te herlezen in bed?), ligt het tooneelwezen van den tooneelman Sacha Guitry open; hij zuigt deze soort geest maar uit zijn duim en als onvoorziene omstandigheden hem daarin niet hinderen, zal hij ongetwijfeld met evenveel uithoudingsvermogen blijven zuigen als weleer Scribe.

In ‘Le Nouveau Testament’ komt een testament ten tooneele in den binnenzak van een colbert; een aardige tooneelscène, alweer met den sterken nadruk op ‘tooneel’. Wat er aan dit testament vastzit, kan men onmogelijk navertellen; de verhoudingen tusschen de sexen maken het Guitry mogelijk het thema van het onechte kind en de maitresse oneindig te varieeren, en ook in dit stuk is de verwarring tusschen man, vrouw, secretaresse en ex-maitresse enorm groot. Ik kan mij echter niet verhelen, dat vier bedrijven voor de truc met het colbert wel erg lang zijn, en dat men in het vierde bedrijf langzamerhand wat genoeg begint te krijgen van Sacha's sproedelenden tooneelgeest. Het is, alsof de routinier ditmaal niet al te goed zijn slot wist te vinden; wat hem overigens, gegeven zijn verbazend groote productie, nauwelijks euvel te duiden is. In ieder geval is de conversatie over dit nieuwe testament, wel zoo, dat zij, ook bij verslapping van de ‘inspiratie’, blijft amuseeren.

Geroutineerd spel ook. Een dokter Jean Marcelin, vervaardiger van het verwarring stichtende testament, die met nerveuze beweeglijkheid werd gespeeld door Jacques Baumer en dank zij dit spel zelfs bijna een karakter ging vertoonen (wat zonderling is bij Sacha Guitry); maar ik zie hem liever in rollen, die meer om het lijf hebben. Een vooral in de droefenis goed getypeerde Lucie Marcelin, de vrouw van den dokter, van Betty Daussmond; en een wat al te onbeduidende, maar toch zeer voldoende secretaresse van Janine Liezer. Het echtpaar Worms, dat zijn rijkelijk aandeel heeft in de verwikkelingen, vond een paar temperamentvolle vertolkers in Jeanne Veniat en Jacques Gautier, terwijl de zoon van deze combinatie (of als ik mij wel bezin alleen de zoon van mevrouw) met het bedoelde gemis aan intelligentie werd gespeeld door Louis Scott. Een humoristische huisknecht (Emile de Tramont) toonde zich hier even onmisbaar als de (niet ten tooneele gevoerde) notaris geweest had kunnen zijn.

Een eivolle schouwburg heeft zich met Guitrys nieuwste kunststuk bezig gehouden. Het applaus is wel eens hartelijker geweest, en dat is niet onredelijk. Er is toch ook ander en beter Fransch tooneel?

M.t.B.