Tijl Uilenspiegel
Een tweede bewerking
De Jonge Spelers
Tijl Uilenspiegel heeft zeker niet veel met Schiller gemeen, maar zeker toch wel dit: hij kan evengoed voor nationale als voor vrijheidslievende doeleinden worden gebruikt. Zelfs uit het boek van Charles de Coster zijn blijkbaar twee bewerkingen te trekken, die twee Tijlen geven vrijwel zonder familieverwantschap. In de Vlaamsche bewerking, door het gezelschap van Staf Bruggen hier onlangs gespeeld, is Tijl de nationale held, wiens humor karakteristiek is voor het Vlaamsche volk; in de bewerking door Richard Flink, door de Jonge Spelers ten tooneele gebracht, is hij de (toekomstige) held der gewetensvrijheid, die veel minder door humor dan door onverzettelijken strijdwil zal worden gekenmerkt. Deze laatste Tijl is voor alles de wreker van zijn vader Klaas Kolenbrander, den ketter, op den brandstapel gestorven voor het vrije geloof. Uiteraard ziet men hier niet Willem van Oranje als landsvader verschijnen, maar men zou niet verbaasd zijn geweest indien Luther als hervormer verschenen was.
Beide bewerkingen stemmen hierin overeen, dat zij rhetorisch zijn; maar die van het Vlaamsche Volkstooneel komt stellig den ‘echten’ Tijl Uilenspiegel meer nabij; zij is gevarieerder, geeft veel meer van Tijls humor en heeft dus betere spelmogelijkheden. Het arrangement van Flink is meer een loopend verhaal, maar het is ook een wel zeer willekeurige beperking der stof.
De Jonge Spelers geven van hun Tijl een verzorgde vertooning binnen het raam van een eenvoudig, maar gemakkelijk te wijzigen decor, dat van smaak getuigt. De Tijl van Jac. de Haas is echter niet overal opgewassen tegen de declamatorische passage in zijn rol; ik bewonder de creatie van Staf Bruggen ook slechts zeer ten deele, maar de Vlaamsche Tijl is toch veel geschakeerder dan de Nederlandsche.
Richard Flink is een forsche Klaas Kolenbrander, bij momenten stellig sterk te noemen. Nele is in deze bewerking van weinig importantie, en veel gelegenheid tot spel krijgt de overigens niet onverdienstelijke Nelly Ernst dan ook geenszins. Lamme Goedzak van Jan Seves heeft aardige momenten, maar wordt door zijn Vlaamschen collega toch verre overtroffen. Voorts is Ben Groeneveld een sluwe Grijpstuiver en spelen Marie Hamel en Marie Meunier een paar zeer goede vrouwenrollen.
Een matig bezet Gebouw en gepast applaus.
M.t.B.