Durf te leven
Tooneelspel van John van Druten
Bij het Hofstadtooneel

Met het vermaarde ‘Young Woodley’ heeft de tooneelschrijver John van Druten destijds een opmerkelijk succes behaald, dat hem vrij plotseling een reputatie verschafte onder zijn collega's. Het was een sympathiek stuk, niet bijzonder geniaal, maar het puberteits-probleem werd er op zuivere en eenvoudige wijze in gesteld. Sedert dien heeft van Druten nog eenige andere stukken geschreven, die geen van allen bij ‘Young Woodley’ konden halen. Ook dit werk, waarvan men ons den Engelschen titel niet heeft overgeleverd, is, hoewel sympathiek van bedoeling, niet zeer sterk. Het geeft de geschiedenis van een man en een vrouw, die elkaar in de schaduw van de Sacré-Coeur ontmoeten; de man meent zich te hebben verzoend met een ‘matig geluk’ (dat eigenlijk wil zeggen: resignatie zonder liefde), de vrouw komt uit de hel van een mislukt huwelijk met een heer, die niet onsymbolisch Cazenove heet, en zij staat op het punt er een eind aan te maken. De man, Gordon Evers, brengt haar echter weer tot het leven terug; hij doet Jessie haar gevoel van eigenwaarde hervinden, dat door Tono Cazenove was vernietigd; en zij krijgen elkaar lief. Daarmee heeft Van Druten eigenlijk zijn troeven uitgespeeld, want een wezenlijk conflict, dat nieuwe aspecten zou kunnen bieden, volgt niet meer. Er wordt nog heel wat verteld van de tegenslagen, die Gordon en Jessie hebben te verduren; Gordons vrouw wil niet scheiden, zijn carrière wordt bedreigd door zijn verhouding tot Jessie; maar dat wordt alles langzaam uitgesponnen zonder dat men precies begrijpt waarom.

Ten slotte moet Gordon zich aan een operatie onderwerpen en sterft.

Van Druten schrijft een dialoog, die hier dikwijls te veel gerekt wordt door bijzaken: cocktails, kopjes thee, zelfs bellenblazen (symbolisch?); hij kan echter een heel goeden dialoog schrijven, en hij doet dat soms ook in dit stuk, dat alleen bepaald sterk bekort zou moeten worden om tot zijn eigenlijke proporties te worden teruggebracht; in den tegenwoordigen vorm is er een surplus aan nevenmotieven, die weinig ter zake doen voor het kernprobleem. Met dat al wordt ‘Durf te Leven’ heel verdienstelijk gespeeld. Vera Bondam is in de hoofdrol (Jessie) dikwijls gevoelig en overtuigend, evenals Dirk Verbeek; maar beide rollen hebben op den duur eenigen hinder van de idealiseerende tendenties bij den auteur. Paul Steenbergen maakt iets aannemelijks van den dubieuzen echtgenoot van Jessie; Enny Meunier en Piet Bron geven reliëf aan het illustratief ingelaschte echtpaar Stribling; Bets Ranucci is goed op streek als Gordons begrijpende moeder, terwijl Enny Heymans - Snijders als juffrouw Gillbard voor den in een Engelsch stuk onmisbare humoristische nootjes zorgt, en dat met lofwaardige toewijding. Ook de regie van mevr. Ranucci is te prijzen, al is zij niet steeds bestand tegen den tragen tekst.

Er was hartelijk applaus van een redelijk goed bezetten schouwburg. Voor Vera Bondam en Enny Meunier waren er bloemen.

M.t.B.