Het uur van den staatsgreep
‘L'Heure H’ van Pierre Chaine
Tooneelgroep Het Masker
Men zegt wel eens, dat in Frankrijk op een serieuze revolutie geen kans is, omdat het Fransche volk in zijn mentaliteit geheel bepaald wordt door het kleine-spaarders-ideaal; want een kleine spaarder is evenmin als een Engelsche Labour-socialist te combineeren met zooiets bloedigs-definitiefs en omwentelends als een revolutie volgens de verhalen nu eenmaal is.
Het stuk van Pierre Chaine, ‘L'Heure H’, schijnt die hypothese te bevestigen; het geeft in blijspelvorm (zoo nu en dan op de klucht af) de visie van den kleinen spaarder op de revolutie, die maar een schijnheroïsche gebeurtenis in het leven van den fabrikant Dupont - Villiers blijkt te zijn. De heer Dupont heeft met een groote staking te kampen en daarvan is hij al rijp geworden om te gelooven wat een paar slimme inbrekers hem werkelijk doen gelooven: dat een handig geënsceneerde ‘kraak’ het uur van den proletarischen staatsgreep beteekent. Hij laat zich met zijn familie, zijn personeel en een zijner employé's (die echt revolutionnair, maar uiteraard ook op Duponts dochter verliefd is) opsluiten in zijn kelder, en in afwachting van den dag, die hem het vonnis van het nieuwe proletarische regime zal brengen; en in dien kelder voltrekt zich nu de ‘groote gelijkheid’ van degenen, die onder den druk der katastrofe hun standsverschillen vergeten; het is een kluchtige versie van de oude voorspelling, dat de leeuw en het lam, de baron en zijn huisknecht in hetzelfde slijk zullen overnachten. De schrijver van dit blijspel houdt er echter gemoedelijke principes op na (is hij niet de exponent der kleine spaarders?), en zoo blijft de groote gelijkheid, de verbroedering der standen, een gezellig fuifje met gemeenschappelijk geconsumeerde champagne, cognac en leverpastei.
Het spreekt vanzelf, dat de ontdekking van het misverstand de ongelijkheid op minstens even dwaze wijze doet terugkeeren, en dat na veel verwarring employé Jean Martin de hand verwerft van Claire, Duponts dochter. Over alles hangt de gemoedelijkheid van den kleinen spaarder, die geen moment in welke ideologie ook gelooft, behalve in die van zijn eigen politieke scepticisme. Het stuk is meer kluchtig dan geestig, meer ‘om te lachen’ dan om bij te philosopheeren. Het probleem van het standsverschil werd heel wat fijner behandeld in het vorige stuk van dit gezelschap, ‘Jean’, maar aan de noodige conflicten en vermakelijkheden mankeert het in ‘Het Uur van den Staatsgreep’ zeker niet.
* * *
Een vlotte vertooning is bij ‘Het Masker’ altijd wel verzekerd, en ook nu kon men op een verdienstelijke blijspelstemming meedrijven; alleen prefereer ik Ko Arnoldi en Ank van der Moer in werk van meer diepgang dan dit. Van den fabrikant Dupont (kruising in parlementaire sfeer tusschen bourgeois en politiek socialist) geeft Arnoldi overigens een even aannemelijke creatie als Ank van der Moer van Claire, en Gobau is heel erg energiek en naïef als de ‘lagere in stand’; een rol, die niet zooveel van zijn tooneelspelerstalenten vergt als de titelrol in ‘Jean’. Magda Janssens doet zich snibbig voor als de fabrikantsvrouw; Georgette Reysewsky en Jean Retèl stellen met succes hun chique kennissen voor, die een oogenblik door de gelijkheid met het personeel worden overtroefd. Dat personeel bestaat uit een kleine spaarster in optima forma, de keukenmeid Joséphine (grappig gespeeld door Clara Vischer), een kameniertje (Heleen Pimentel) en een gedienstigen butler (John Soer), die helaas ontmaskerd wordt als de aanstoker der dieverij. Leo de Hartogh komt als een opgewonden en niet geheel waarschijnlijke commissaris van politie opheldering brengen in de verwarde gemoederen van kleine spaarders nachtasyl.
Het onschuldige vermaak is hartelijk ontvangen.
M.t.B.