Le valet maître
Comedie van Armont en Marchand
Galas Karsenty

Veel aanleiding tot nieuwe bespiegeling behoeft ‘Le Valet Maître,’ dat eenige dagen geleden als ‘Groot Slem’ in het Nederlandsch werd gegeven, niet te geven. Het stuk van den huisknecht, die als meester-bridger zijn mijnheer overbridget is, zooals ik schreef, een klucht, d.w.z. een opeenstapeling van ‘effecten.’ Bij het wederzien valt het des te sterker op, dat het bij het vijfde tafreel gerust uit had kunnen zijn; de twee laatste tafreelen, waarin plotseling de conferentie van Ouchy op de proppen komt, brengen geen enkel wezenlijk nieuw element, want alle essentieele.. troeven zijn al uitgespeeld, al komt er nog veel vermakelijks. De vergelijking met ‘Jean,’ een stuk waarin ongeveer hetzelfde gegeven wordt behandeld, kan ‘Le Valet Maître’ dan ook zeker niet verdragen.

Bepalen wij ons tot de voorstelling. Deze Fransche is uitstekend, terwijl de Nederlandsche een bezetting heeft van een paar goede rollen met zeer ongelijke kleinere krachten. Een Gimberg, een Van Kerckhoven, een Tilly Lus kunnen het best opnemen tegen een Mauloy, een Duvalles, een Denise Grey; maar het was toch opmerkelijk, zooveel soberder en minder exclusief-kluchtig als deze Franschen hun personages over het voetlicht brachten. Vooral de bridgende huisknecht van Duvalles was een meesterstukje van beheerscht tooneel: een opvatting, waarbij de toch heusch heel aardige dito van Constant van Kerckhoven wel wat moest verbleeken. De ‘meerwaarde’ van deze Fransche opvoering berustte echter voornamelijk op de tot in details verzorgde regie óók der kleinere rollen, die allen een bepaald karakter manifeesterden, terwijl deze bij de Nederlanders kluchtig en niets dan kluchtig waren. Men neme b.v. zoo'n voortreffelijke Comte des Bossons (Paul Ville): welk een levend en overtuigend type! En een bijzonder succes was hier ook de vrouw van den diplomaat (Germaine Charley), die met haar energieke volume het tooneel soms volkomen beheerschte.

Dat deze perfecte vertooning van een vermakelijk, ofschoon te lang gerekt geval een volle zaal en een dankbaar publiek vond, behoeft wel geen betoog.

M.t.B.