De Thompson Brothers
Circusspel van Serck Roggers
Het Nederlandsch Tooneel

Tot de sfeer van het circusleven, verbeeld in tooneelstukken, behoort haast onvermijdelijk de clown met den melancholieken achtergrond, de wijsgeer of de door het lot gedupeerde. In hoeverre dit thema van de tooneelliteratuur op reëele gegevens berust, is niet gemakkelijk uit te maken; er schijnt een zeker verband te bestaan tusschen clownschap en melancholie, maar of dat verband nu wel precies zoo fraai uitkomt als op het tooneel meestal het geval is, betwijfel ik.

Ook in dit stuk ‘De Thompson Brothers’ is de hoofdpersoon een clown met een verleden; ditmaal een gewezen partner van een trapezeacrobaat, die zijn collega bij een salto mortale heeft laten vallen, zoodat hij zijn vak niet meer kon uitoefenen. Hij zelf, Charles, komt min of meer bij toeval in de clownsbranche terecht, en hij wordt daarin een groote beroemdheid; maar wat hij als clown speelt, is altijd het leed om dat ongeluk, waarvan hij zelf niet weet, of het wel een ongeluk was; er was immers tusschen hem en zijn partner Tom een vrouw, de cicus-artiste Pippa Pankelli.. De beroemde clown zoekt intusschen overal naar den gevallene, die in leven is gebleven, maar uit zijn gezichtskring is verdwenen, en hij vindt hem eindelijk in Amerika terug, ook clown geworden, mank, maar nog juist in staat opnieuw Charles' partner te worden.

Deze heele historie is nogal melodramatisch, en meer op het effect dan op de innerlijke waarschijnlijkheid afgestemd. Eigenlijk is dit circusstuk in vijf bedrijven een circus revue van vijf eenacters, die tamelijk los verbonden zijn door het feit van Tom Thompsons val, Charles' knagend zelfverwijt en zijn pogingen Tom op te sporen om het gebeurde goed te maken. Aan deze een-acters kan men veel plezier beleven, maar de weg der handeling wordt zoo bochtig, dat men tusschen de losse tafereelen wel wat verdwaalt. En men komt ook niet zoover, dat men aan de psychologie van dezen clown intens gaat gelooven.

Daar staat tegenover, dat ‘De Thompson Brothers’ zeer dankbaar tooneelwerk is, met een overvloed van kansen voor de acteurs, dank zij talrijke vlot geschreven scènes. De voormalige partner van het trapeze, die zich coram publico tot clown grimeert; de ontmoeting tusschen den beroemd geworden Charles en het meisje, dat de oorzaak was van het fatale gebeuren; de ontmoeting tusschen den dronken Charles en de ‘onbekende vrouw’ Karin, die zijn echtgenoote wordt.... dat zijn alles heel handig en smakelijk geschilderde episoden, evenals het eerste bedrijf achter de circus-coulissen, dat den toeschouwer getuige doet zijn van de paniek om het ongeluk. Diep gaat de schrijver nergens, maar hij verstaat zijn vak wel, en weet de aandacht behoorlijk vast te houden.

En dit zeker in de eerste plaats, omdat er zoo goed gespeeld wordt door Louis de Bree en zijn collega's onder regie van Defresne. De Bree, die tot dusverre nog niet al te gelukkig was in zijn functie aan dit gezelschap, krijgt hier de kans zijn virtuositeit te demonstreeren; hij is een excellente Charles, die menigmaal door zijn ingehouden toon precies is wat de tekst van hem verlangt: eerst een wat schuchtere en melancholieke minnaar, later een door het verleden vervolgde, en een geïmproviseerde clown, eindelijk zelfs een dronkaard en een onverwacht gelukkig echtgenoot. Hij heeft hier gelegenheid allerlei detailwerk te vertoonen, dat hem zoo goed ligt; zijn samenspel met Myra Ward (die een even voortreffelijke Pippa Pankelii is) in het eerste en derde bedrijf laat niets te wenschen over. Theo Frenkel geeft de beide phasen van zijn loopbaan (elegant acrobaat en manke clown) met het gemak, dat wij van dezen geroutineerden acteur wel gewend zijn.

Met den variété-impresario Bauer (Jo Sternheim) zijn dit ongeveer de personages, die de constante van de vijf bedrijven uitmaken. Verder verschijnen en verdwijnen onder meer de joviale dierentemmer Orlandy, later circusdirecteur in lagere kringen (een heel aardige rol van Roemer), de onbekende vrouw Karin, ook knap gespeeld door Mies Elout, een zeeleeuwen-dresseuse van Vlaamsche origine (Hélène Berthé), een manager in variété-kunst (Ludzer Eringa) en diverse andere schilderachtige wezens uit deze nu eenmaal schilderachtige wereld. Karel Brückman ontwierp voor alle vijf bedrijven de dikwijls zeer te prijzen décors.

Het publiek heeft de spelers, en vooral De Bree, hartelijk toegejuicht.

M.t.B.