Cilly Wang
Afscheidsmatinee in Diligentia
Cilly Wang heeft hier destijds haar entree gemaakt in het derde (en laatste) seizoen van het cabaret ‘Die Pfeffermühle’; zij was toen de opvolgster van Lotte Goslar als danseres van het ensemble, en het was op zichzelf al een prestatie van haar, dat zij het ontbreken van deze bijzondere talentvolle kunstenares niet al te zeer deed gevoelen. Later hebben wij haar in vereeniging met Alice Dorell zien optreden, waarbij bleek, dat haar vernuft niet pauzeerde en dat nieuwe inventies oude ‘succesnummers’ kwamen vervangen of aanvullen.
Gistermiddag nu heeft Cilly Wang, die naar de Vereenigde Staten vertrekt, afscheid genomen van Nederland met een stampvol Diligentia. Zij heeft het ook ditmaal niet bij een herhaling van oud werk gelaten, maar bewezen, dat haar talent nog steeds bezig is zich te ontwikkelen. Dat talent bestrijkt misschien niet zoo bijzonder uitgestrekte gebieden, maar het is door en door het talent van Cilly Wang. Wanneer men haar bv. vergelijkt met een collega als Ilse Meudtner (zooals ik bij het optreden van deze danseres onlangs even deed), dan moet men constateeren, dat Cilly Wang stijl heeft en Ilse Meudtner een lappendeken is van stijlen (van danspodium tot cabaret), die men bij anderen terug vindt; dat is een belangrijk verschil, en zelfs een uitstekende ballettechniek, waarover Ilse Meudtner stellig beschikt, kan haar niet den stijl bezorgen van Cilly Wang. Wat Cilly Wang doet is verantwoord door een bepaalde gerichtheid; haar groteske en parodieerende dansen en voordrachten worden niet als louter virtuositeit aangeboden, zij worden soms zelfs bepaald zonder virtuositeit vertoond, zooals ‘Het Heksenkind’ van Ringelnatz en ‘Zärilie’ van Christian Morgenstern; de plaats van virtuositeit wordt hier ingenomen door een sober gebaar, dat in geen enkel opzicht op den goedkoopen bijval van de zaal speculeert. Een groote beweeglijkheid en tegelijk een groote beheerschtheid van elke beweging gaan hier samen om een maximaal effect te verleenen aan de kleinste metamorphose.
Cilly Wang schijnt zich meer en meer toe te leggen op een combinatie van dans en voordracht, die even doet denken aan het optreden van Chaja Goldstein, al hebben de twee kunstenaressen, wat hun geestelijken habitus betreft, verder niets met elkaar uitstaande; Chaja Goldstein heeft een ander temperament, en een anderen achtergrond, dien van het ghetto; het in de eerste plaats burleske en overigens meer kosmopolitische van Cilly Wang is haar vreemd. Toch is Cilly Wang niet uitsluitend burlesk, zooals blijkt uit voordrachten als het reeds genoemde ‘Heksenkind’ en ‘De Dorpsgek’; haar clowns-eigenschappen worden trouwens nergens botgevierd in vulgairen overvloed, want altijd kijkt er een ironisch duiveltje, een lichtvoetige ‘bedoeling’, om den hoek. De kunst der ‘parodie’ bestaat vooral hierin, dat men er de parodie niet te dik oplegt, maar haar ‘in de marge’ telkens even haar doel laat bereiken. Dat doet Cilly Wang, bv. uitstekend in ‘Het Lied van den kleinen korporaal’, waarin Napoleon met zijn steek en zijn cliché geworden geniale gebaren overgaan in de imitatie van Napoleon door den burgerman; die overgang is niet nadrukkelijk, en laat de ironie van de vergelijking daardoor heel fijntjes, maar des te duidelijker uitkomen, Ook in haar bekenden parodistischen Tiroler dans, in den even bekenden Suppenkaspar, in de ‘Detectivegeschiedenis’ en ‘De geplukte vredesengel’ is de parodieerende nadruk nooit te sterk. Zelfs in het virtuose deel van het programma, waarin men allereerst de technische vaardigheid der danseres bewondert, wordt de beheerschtheid niet opgeofferd aan het effect. Men denke bv. aan dien alleraardigsten dans ‘Max en Moritz als acrobaten’, die Cilly Wang de kans geeft om zichzelf in twee dwergjes te verdeelen; ook hier blijft een lichte ironiseering van de acrobatiek een van de werkelijkste bekoringen van de virtuositeit. En hoe amusant door de juiste parodie-doseering is niet ‘Marianka danst’, waarin zonder boosaardigheid, maar met veel ‘bedoeling’ een loopje wordt genomen met de acrobatische zelfgenoegzaamheid van den Russischen boerendans!
Er was oud en nieuw op het programma. Nieuw was ook een in uitstekend Nederlandsch gezegde voordracht ‘'s Werelds Grootste Man’. Met de zeer toegejuichte ‘typen op den dansvloer’ (dans met levensgroote poppen, die Cilly Wang bestuurt met paedagogische handigheid,) werd de matinée besloten, maar na iederen dans was het daverende applaus een overtuigend bewijs van de gezindheid der aanwezigen. Erich Ziegler heeft aan den vleugel begeleid.
M.t.B.