Een schrijver met reislust
De Nederlandse schrijvers, die lust gevoelen om zich buiten eigen land te begeven en daarvan in hun werken getuigenis af te leggen, zijn nog altijd betrekkelijk zeldzaam. Onze litteratuur is in het algemeen met andere dingen bezig, zoodat figuren als Louis Couperus en A. den Doolaard (die, hoe weinig zij verder ook gemeen hebben, toch beide tot de typische reizigers behooren) uitzonderingen blijven.
Tot die uitzonderingen behoort ook Maurits Wagenvoort die heden zijn vijfenzeventigste verjaardag viert. Hij heeft een aanzienlijk stuk van de wereld bereisd en in zijn uitmuntende reportage daarvan boeiende getuigenissen gegeven. Zooals hij eens in een interview in Den Gulden Winckel heeft gezegd, wilde hij reeds als kind schrijver worden, zonder overigens te weten, wat de consequenties van die roeping zouden zijn; en later, verklaarde hij in datzelfde interview, zou ik liever schoenmaker geweest zijn. Zoo gaat het nu eenmaal in de wereld; zelfs voor den rusteloozen reiziger verdwijnt de romantiek, die om het schrijven hangt, langzamerhand.
Maurits Wagenvoort werd in 1859 te Amsterdam geboren. Van 1882 tot 1892 was hij aldaar werkzaam als journalist. Maar hij kon zich niet tevreden stellen met het journalistieke beroep met een vaste standplaats. Hij gaf gehoor aan een innerlijke stem en trok op avontuur uit. Het was hem er om te doen de globe te verkennen, waar andere menschen haar meestal niet kunnen verkennen; en zoo kwam Wagenvoort, na in de Vereenigde Staten, Italië, Griekenland, Spanje, en den Balkan te zijn geweest, tot in Klein-Azië, Perzië, Hindoestan, Ceylon, Noord-Afrika. Ook leerde hij Ned. Indië kennen door een reis, die hem in vrijwel alle uithoeken van ons koloniale rijk bracht. Pas door het uitbreken van den oorlog in 1914 werd de reislustige gedwongen zich weer neer te laten in zijn vaderland; hij vestigde zich in den Haag, waar hij thans nog woont.
Behalve als journalist was Maurits Wagenvoort werkzaam als romanschrijver. Zijn eerste roman, Een Passie, verscheen onder het pseudoniem Vosmeer de Spie, en maakte in Tachtigerskringen nogal opgang. Verder: Felicia Beveridge (eveneens onder pseudoniem), Maria van Magdala, De Droomers e.a. Novellen en afzonderlijk uitgegeven reisverhalen: Karavaanreis door Zuid-Perzië; Oostersche momenten aan den Nijl; In het Voetspoor der Vaderen; Eros in het Oosten etc. Ook voor het tooneel schreef de veelzijdige auteur (Huwelijk van een Oranje-prinses; Casanova in Amsterdam; De jaloerschheid van mrs. Pepys) en van zijn belangstelling voor het tooneel heeft hij vaak getuigd.
Deze vijfenzeventig-jarige heeft dus een veelbewogen en rijk geschakeerd leven achter zich. Moge hij nog vele jaren van zijn rust kunnen genieten!