De natuur als filmacteur

‘Men of Aran’ van Robert O'Flaherty
Binnenkort verwacht in het Studio Theater

De natuur is een van de dankbaarste filmacteurs; of, wanneer men zich strikt aan de Vries en te Winkel wenscht te houden, filmactrices. Dat blijkt al bijzonder duidelijk uit de documentair Men of Aran, waarvan op 22 Maart a.s. de première voor het publiek zal gaan in het Studio Theater. De directie was echter zoo vriendelijk de pers reeds thans in de gelegenheid te stellen deze uitmuntende creatie van Robert O'Flaherty te zien, zoodat ik in staat ben vroegtijdig de aandacht te vestigen op een film, die in alle opzichten de moeite waard is.

In alle opzichten: d.w.z. dat de criticus noch bedenkingen behoeft te maken over een of ander ridicuul scenario, noch ook maar het minste kan aanmerken op de wijze van verfilming van het gegeven. O'Flaherty heeft de natuur niet met paskwillige dames en heeren opgetooid; hij heeft zich zelfs niet druk gemaakt om een geschiedenisje te verzinnen van romantische liefde tusschen een lerschen Tarzan en een aangespoelde freule in een tijgervelletje uit een haardkleedje gefabriceerd. De natuur spreekt hier volkomen voor zichzelf en het ‘effect’ is alleen gezocht in de wijze waarop. Zoo is ‘Men of Aran’, een indrukwekkend epos geworden van een verlaten stukje van de wereld, waarop een paar menschen zich inspannen in leven te blijven; men begrijpt bijna niet waarom, zoozeer verdwijnt hier het individu onder de overweldigende macht van de elementen.

Het blijft voor een regisseur en een cameraman altijd een waagstuk louter en alleen op de natuur te vertrouwen. Het is maar al te begrijpelijk. hoe de Amerikanen er toe komen hun Zuidzee-eilanden (men denke aan de films van Murnau en van Dijke) te stoffeeren met de Rousseau-achtige ideaal-voorstellingen van naïef, romantisch gehalte: zij zijn eenvoudig bang[,] dat het publiek zich zal vervelen, als het geen romance sentimentale als extra-toegift krijgt, en daarom fingeeren zij een wereld van paradijskitsch ter aanvulling. De bekende fotografen Schoedsack en Cooper, die de simpele en grootsche documentair ‘Grass’ maakten, gaven later aan den publieken smaak toe, door in den olifantenfilm ‘Shang’ een idylletje van derderangsgehalte te vlechten; men begrijpt op wiens instructie. Het almachtige bioscooppubliek wil wel olifanten, maar ook ‘zwei Herzen im Dreivierteltakt’ tusschen de palmboomen. En daarom mag men het als een qualiteit te meer van ‘Men of Aran’ beschouwen, dat de documentair van dit barre bestaan op een rotsachtig eilandje zuiver is gehouden van dergelijke kitsch-effecten. De romantiek van deze film spreekt door het filmbeeld, en door het filmbeeld alleen; als het bestaan van deze walvischjagers romantisch is, dan is het de romantiek van het harde leven zelf, die geenszins verward moet worden met de valsche romantiek van de studio.

* * *

 

De Aran-eilanden liggen aan de Westkust van Ierland, tegenover de Galway Baal. De film laat zien, dat het niet veel meer dan kale rotsmassieven zijn, die nauwelijks genoeg aarde bevatten om wat poovere aardappelen op te verbouwen. Men krijgt den indruk van grootsche doelloosheid in deze door een kokende zee omringde stukjes land; de bewoners lijken verdwaald, ondanks hun saamhoorigheid met rotsen en zee; hun strijd om het bestaan doet de vraag rijzen, waarom de mensch überhaupt zoooveel moeite doet om zich te handhaven in streken, die hem eigenlijk ‘de deur wijzen.’ Een film voor Darwinisten dus, maar behalve dat een film voor iedereen, die van het spel der natuur genieten kan, zonder naar sensatie te verlangen. Het zou O'Flaherty gemakkelijk genoeg zijn gevallen de prachtig opgenomen en gemonteerde scènes, die betrekking hebben op de walvischvangst en vooral ook op den storm aan het slot te dramatiseeren door wat handige theatertrucjes; maar hij heeft zulks gelukkig versmaad en bepaalt zich er toe de verrichtingen van het dagelijksch leven zonder opsmuk te laten zien. Dat wil niet zeggen, dat O'Flaherty stukken journaal aan elkaar heeft geregen; integendeel, er spreekt wel degelijk eenheid van conceptie uit ‘Men of Aran’, en wie zich zou verbeelden, dat men een dergelijke eenvoudige beeldsymphonie componeert door er maar op los te fotografeeren, vergist zich deerlijk. Het materiaal is authentiek, maar de montage verraadt de hand van een kundige leiding; de wijze waarop de golven door den storm tegen de kust worden opgehitst zou op de film niet zóó sterk spreken, wanneer de montage van den kunstenaar ontbrak. De natuur is nu eenmaal niet klakkeloos van de Aran-eilanden naar het celluloid over te planten; ook wanneer het arrangement oprecht en zonder trucs is, blijft het toch arrangement. Zelfs de fotografie is al een instelling op de ‘realiteit’, en de meesterlijke fotografie van ‘Men of Aran’ is het zeker.

* * *

 

Het geweld van de zee overheerscht in deze film van O'Flaherty alle andere elementen. De storm om de Aran-eilanden is een orgie van fantastische stoom; gigantische marmerzuilen, die uit niets worden geboren, ploffen weer neer in een woelende massa van schuim, en onophoudelijk springen de golven op tegen de kust om er achterover weer af te tuimelen, dadelijk gereed voor een nieuwen aanval. In dit tumult eindigt de film met een ontsnapping van de kleine boot der toevallige menschen, die ook gekraakt hadden kunnen worden.... Daaraan vooraf gaat de episode van de walvischvangst, die de mannen van Aran de olie verschaft voor hun lampen. Ook bij deze magnifieke opnamen geen enkel ander effect dan dat van het zwoegen om het levensonderhoud; het is de strijd met de zeekolossen zelf, die de spanning brengt, zoodat men, ondanks de uitvoerige ‘beschrijving’, de spanning geen oogenblik voelt verslappen.

De menschen zijn hier geen zelfstandigheden, Zij gaan op in 't geheel, en als men O'Flaherty iets zou verwijten, is het, dat hij misschien wat al te weinig ‘speelruimte’ voor den mensch heeft opengelaten. Men zou voor geen geld een verhaaltje ingelascht willen zien, maar aan de verhoudingen der individuen onderling gaat de maker van deze film tamelijk wel voorbij, zoozeer is het hem voldoende den mensch als element onder de elementen te laten zien. Men vatte dit amendement dan ook niet op als een aanwijzing van een hinderlijk tekort; zooals dit werk is, is het gaaf en ook compleet.

* * *

 

‘Men of Aran’ is in het Amsterdamsche filmtheater ‘De Uitkijk’ een van de groote successen van het seizoen geworden. Men mag de directie van het Studio Theater (die blijkbaar genoodzaakt is meestal nog veel meer water in den wijn te doen dan ‘De Uitkijk’, wat de keuze van de films betreft) gelukwenschen met deze première en de hoop uitspreken, dat het Haagsche publiek dit loffelijk initiatief door een druk bezoek zal weten te waardeeren!

 

M.t.B.