‘De Tijd’ over den val van het cynisme
De katholieke pers is zoo verheugd over wat zij houdt voor den terugkeer van drie verdoolde Vlaamsche schapen tot het ware godsdienstige besef, dat zij reeds uitvoerige conclusies trekt uit het verdwijnen van het tijdschrift ‘Forum’, eer er nog één enkel woord door de redacties van deze periodiek is gepubliceerd.
Zoo schrijft ‘De Tijd’ onder het hoofd ‘Welkom Afscheid’:
‘Het bericht, dat het maadblad “Forum” met ingang van Januari a.s. zal ophouden te verschijnen, omdat de grootendeels katholieke Vlaamsche redactie weigerde verder verantwoordelijkheid te dragen voor den inhoud van dit tijdschrift, kan in onze kringen niet anders dan gunstig ontvangen worden. Dit periodiek vertegenwoordigde in Noord-Nederland een letterkundige richting, die haar anti-papisme niet onder stoelen of banken stak. Dat het Belgische episcopaat de medewerking van katholieken zou hebben verboden, zooals eenige bladen berichtten, blijkt inmiddels onjuist. Niet een order van hoogerhand, maar de sensus catholicus van de Vlaamsche redacteuren heeft ten dezen beslist. Gelukkig, Want het zou een schandaal zijn, indien de katholieken door de kerkelijke autoriteiten gedwongen moesten worden tot het aanvaarden van een standpunt, dat zoo voor de hand ligt als het afwijzen der tendenzen van de Hollandsche redactie onder aanvoering van dr Menno ter Braak, te zeer helaas beïnvloed door zijn bewondering voor den middelmatigen auteur E. du Perron, een open vijand van de hem in zijn jeugd aangeleerde katholieke geloofsbelijdenis. Katholiek van geest schijnt deze schrijver nooit geweest te zijn; hij ontkent het althans ten stelligste, maar de quasi-katholieke sfeer, waarin hij op Java werd grootgebracht, zette bij hem een minachting voor het christendom, die zich tot den persoon van Jezus Christus uitstrekt, en die door zeer goedkoope, maar in sommige kringen klaarblijkelijk nog altijd indrukwekkende Dageraads-ideeën gevoed werd. Hoe een man als de katholieke dichter Marnix Gijsen zijn naam heeft kunnen geven aan een maandblad, waarin de kille, doodsche mentaliteit van dezen Du Perron den toon aangaf, blijft een raadsel, wellicht alleen oplosbaar door een Zuid-Nederlandsche behoefte om zich in het Noorden, hoe dan ook, te doen gelden als rechthebbende stem.
Het verdwijnende maandblad is in deze kolommen meermalen bestreden wegens de decadente levenshouding van de redactie, die, blasé van alle idealisme, zich in een studentikoze geringschatting der eerste levenswaarden of in een wraaklustige verontwaardiging jegens de Europeesche cultuur te buiten ging aan cynische ontkenning van den adel der menschelijke natuur.’
Een tijdschrift van betreurenswaardige beteekenis.
‘Voor de letterkunde had “Forum” een onmiskenbare, maar evenzeer betreurenswaardige beteekenis. De voor poëzie ongevoelige redactie streefde ernstig naar een verandering van houding tegenover de Nederlandsche letterkundige traditie. Zij stelde Multatuli in de eereplaats, welke door Vondel werd ingenomen en maakte van den strijd tegen Vondels reputatie en invloed een programmapunt. Deze geringschatting van het klassieke ten gunste van het actueele en deze achterstelling van het overwogene bij het actualistische berustte op een algemeene overschatting van het journalistieke element in de inspiratie, een nadeelig gevolg van wat een Fransch schrijver eens aanduidde als “l'indigestion de l'auto et de l'avion”.
Den indruk, dat de schrijvers van minachtende uitlatingen over Vondel met diens werken weinig vertrouwd waren, kan men moeilijk van zich afzetten. Zeker werden eenigen hunner ongunstig beïnvloed door de wetenschap, dat 's lands grootste dichter katholiek was. Een anti-katholicisme, in felheid aan het Duitsche anti-semietisme verwant, maar in suggestieve insinuatiekracht dit verre overtreffende, was het geestelijk kenmerk van verscheidene medewerkers. Men haatte in de Katholieke Kerk zoogenaamd de dogmatiek, doch deze afkeer kwam neer op een gevoel van onbehagen tegenover het stabiele, het gefixeerde, het eeuwige, welk gevoel aan de “eenige intelligenties” van tegenwoordig eigen is.
De litteraire richting van “Forum” werd voorts bepaald door een psychologisch georiënteerd realisme, waarbij de waarde van de persoonlijkheid - of in den cynischen stijl van het blad “den vent” - hooger werd aangeslagen dan de metaphysische beginselen.
Psychologie tegen metaphysica, deze strijd der moderne wijsbegeerte vond in de “Forum”-redactie een met min of meer philosophisch bewustzijn verdedigd bolwerk. Het psychologische gebeuren in zijn boeiende veranderlijkheid wordt door den modernen actualist gaarne geprefereerd boven de onverzettelijkheid der ontologische grondwaarheden, en deze streving was in de kritiek van het maandblad “Forum” richting-gevend.’
Een nieuwe vroege Dürer.
G. Pauli heeft in particulier bezit in Aschaffenburg een Knielende man der smarten gezien. De rechterarm steunt op de knie, met de linkerhand, welke op een lage steenen lijst is gezakt, steunt de Christus een geesel en een roede, welke in zijn schoot liggen.
Naar Pauli in Pantheon verklaart, verraadt het schilderij in elken trek den jongen Dürer uit de jaren 90 der 15e eeuw of nauwkeuriger gezegd den Dürer der Apocalypse en de vroege bladen der Groote Passie. Het van Schongauer afkomstige Christus-type is sprekend dat van en Ecce Homo der Groote Passie. Hij dateert het schilderij in den eersten tijd na Dürers terugkeer van zijn eerste Venetiaansche reis.