Nieuwe tijdschriften

Een Christelijke ‘Elckerlyc’
En een onafhankelijke ‘Litteraire Revue’

Het aantal Christelijke tijdschriften is al groot, maar het schijnt nog niet groot genoeg te zijn. Er ligt nu althans weer een nieuw tijdschrift op onze redactietafel, dat den naam Elckerlyc draagt en uitgegeven wordt door Bosch en Keuning te Baarn. Het richt zich tot een grooter publiek en de (niet genoemde) redactie verklaart den naam als volgt:

‘Elckerlyc hebben wij als naam voor ons tijdschrift gekozen. Voor de eenvoudigen is deze naam simpel, voor de breeder gerichten heeft zij een diepe beduidenis. Wij zullen daarom niet trachten deze naam naar onze inzichten met meerdere beteekenissen te belasten. De eeuwenoude Spieghel der Salicheit van Elckerlyc is als kunstwerk de belichaming van het menschelijke. Ongetwijfeld heerscht er in onze huidige Christelijke letterkunde een tekort aan eenvoud en menschelijkheid. Teveel wordt zij o.i. beheerscht door intellect en systeem.

Wij zullen naar de mogelijkheid trachten de Christelijke letterkunde en de beschouwingen over letterkunde en andere kunstuitingen, als muziek, schilderkunst en beeldhouwkunst, klaarlijk en zonder intellectualistisch betoog tot ons volk te brengen, zonder ook gesystematiseerde groepsbegrippen op den voorgrond te schuiven.

Tenslotte zullen wij werken in het besef, dat het bijvoegsel Christelijk geenszins namelijk mag blijven en immer onze gerichtheid naar Christus zal moeten blijken uit elk verschijnend nummer van dit tijdschrift, daar wij van dezen Elckerlyc - rekenninghe hebben te doen van al sijne wercken, goet ende quaet.’

Het eerste nummer is goed voorzien van gevarieerde copij en met goede illustraties versierd. Bijdragen o.m. van Jo Kalmijn - Spierenburg, Roel Houwink, Bjintse Blinksma (over kunstbeschouwing), Willem de Mérode, Jan H. Eekhout, e.a.

* * *

Onder redactie van Jan M. Eekhout, Jac. van Hattum, Bert Nuver, Mees Valentijn en Dirk Verèl verschijnt een ander nieuw tijdschrift, De Litteraire Revue. ‘Er is heel wat voor noodig om in deze tijden aan een nieuw letterkundig maandblad te beginnen: moed en energie en een flinke dosis idealisme’, aldus redactie en uitgeefster (firma F. van de Velde te Vlissingen) in een inleidend woord. Als er nu nog abonnés komen, ‘kunt u zich maandelijks overtuigen van den bloei van onze Nederlandsche letteren’, voegen de ondernemers er nog bij, en het klinkt waarlijk niet bescheiden. Het eerste nummer is echter nog niet zoo overrompelend bloeiend, dat men volmondig zou durven instemmen met de prospectusleuze. Er staan eenige vrij goede gedichten in naast slechte en naast niet bijzonder opmerkelijke prozastukken. Ouderen als Vestdijk en van Hattum staan hier naast minder bekenden als Gerard den Brabander, Man Arnet en Mees Valentijn.

Critieken, polemieken en essays zullen niet worden opgenomen. Het tijdschrift is ‘onafhankelijk van eenigerlei godsdienstige of politieke richting.’ Dus niets, dus alles. Wat van belde: dat moeten wij afwachten. Het eerste nummer is in ieder geval een vraagteeken.

M.t.B.