Twee romans van Melis Stoke

Herman Salomonson, De Reis zonder Einde. (C.J. Veen, A'dam z.j.)
Melis Stoke, Hoogwaardigen. (H.P. Leopold Uitg. Mij., Den Haag 1937).

Herman Salomonson is voornamelijk bekend onder het middeleeuwsch klinkend pseudoniem Melis Stoke, en in die schijngestalte van vlot en gezellig humorist heeft hij zich een reputatie en een lezerskring weten te verschaffen. Hij moet iemand zijn, die bijzonder vlug met de pen is, want in één jaar twee romans schrijven is geen kleinigheid, vooral niet, als men er nog andere gewichtige zaken bijdoet, zooals Salomonson, die in de perswereld ook nog een naam heeft.

Moeten wij echter onderscheid maken tusschen Herman Salomonson en Melis Stoke? Of liever: heeft Salomonson de bedoeling door zijn roman ‘De Reis zonder Einde’ afstand te nemen van zijn vermaard pseudoniem? Men zou het haast zeggen, afgaand op deze twee boeken, waarvan het eene (‘De Reis zonder Einde’) nadrukkelijk den eigen naam van den auteur vermeldt, terwijl het andere (‘Hoogwaardigen’) middeleeuwsch gecamoufleerd verschijnt als voorheen. Misschien hangt een en ander samen met de sympathie voor de Oxfordbeweging, die de heer Salomonson in den laatsten tijd liet blijken? ‘De Reis zonder Einde’, roman van een Indische reis, heeft althans een zeer religieus gestemd slot; de hoofdpersoon maakt een soort innerlijke bekeering door en voelt zich daardoor gesterkt om de moeilijkheden van het leven te aanvaarden. In den stijl van Salomonson doet dit element was vreemd aan, maar per slot van rekening is het niet onlogisch met de stof verweven. De bekeering is een oplossing, en de techniek van de oplossing heeft Melis Stoke in zijn romans altijd zeer knap weten te beheerschen. Dat deze plotselinge openbaring van verbondenheid met het Al psychologisch aannemelijk gemaakt is, laat zich natuurlijk minder gemakkelijk beamen; en blijken moet, of Salomonson zich verder in deze richting zal ontwikkelen.

De hoofdpersoon van ‘De Reis zonder Einde’ is de zoon van den in Indië overleden zakenman Abraham Langelaan. De stand van het nagelaten vermogen maakt het noodzakelijk, dat deze Aat(je) zelf de reis naar de koloniën onderneemt. Hij wordt gedurende die reis eigenlijk pas volledig mensch; niet alleen door de moeilijkheden, waarvoor hij komt te staan (het zijn er heel wat!), maar ook door de vrouwen, die hij, zooals dat op zulke trips meer gebeurt, ontmoet, waarvan de charmante mevr. Gijsberti wel de gevaarlijkste is. Het huwelijk van Aatje Langelaan, wiens vrouw, in patria achtergebleven, een kind verwacht, wordt door deze nieuwe gevoelsbetrekkingen ernstig op de proef gesteld. Maar het contact met den gestorven vader, dat zich door allerlei relaties aan den zoon openbaart, brengt hem eindelijk tot de ontdekking van de trouw aan zichzelf en de taak, die hem wacht.

Salomonson manifesteert zich ook ditmaal als een zeer vlot auteur, die de kunst verstaat licht en onderhoudend te schrijven, zonder zich al te veel op één detail blind te staren. Hij heeft dit boek met quasi gefacsimileerde zakenbrieven gelardeerd, die den indruk van nabijheid en echtheid van het gebeurde moeten versterken.

* * *

Den ‘puren’ Melis Stoke vindt men terug in de grappige historie, die in ‘Hoogwaardigen’ wordt verteld. Eigenlijk is de schrijver hier in gemakkelijker vaarwater, dat hij bovendien als een geroutineerde loods beheerscht; zijn onderwerp is de concurrentie van twee groote provinciale kranten, de ‘Echo’ en de ‘Post’, waarvan de eerste het deftige en soliede, de tweede het sensationeele en populaire is. Maar ook de deftige bladen hebben tegenwoordig sensatie, ‘stunts’ en koppen noodig, omdat zij anders hopeloos zouden ten gronde gaan aan hun fatsoen en waarheidsliefde; ook de ‘Echo’ herziet dus haar typographie en maakt klinkende koppen. De jonge journalist Fokkens, die alle registers bespeelt van hoofdredacteur tot reporter, vindt zijn ‘stunt’ in een zaak, die hem tevens met bekwamen spoed verliefd doet worden; een zaak, die samenhangt met een vereeniging van eugenetischen aard en een wonderlijk testament van een wonderlijken ouden heer. Het geheel is een vermakelijke satyre in den stijl van Melis Stoke, die zulke ontspanningslectuur uit zijn mouw schudt, alsof de complicaties voor het opscheppen lagen.

M.t.B.