Classicus en Homerus-vertaler
Een vriend van vele Nieuwe-Gidsers
Morgen, 23 Augustus, zal de classicus en Homerus-vertaler dr Aeg. W. Timmerman te Blaricum tachtig jaar worden.
Aegidius Willem Timmerman werd 23 Augustus 1858 te Amsterdam geboren en bezocht daar de lagere school en het gymnasium, terwijl hij vervolgens aan de Amsterdamsche universiteit klassieke letteren studeerde, welke studie hij aanvulde met een semester te Heidelberg.
Van 1887 tot 1892 was hij leeraar in de klassieke letteren te Zutfen en van 1892 tot 1921 was hij leeraar in de klassieke letteren aan het gymnasium te 's-Gravenhage, nadat hij in 1893 was gepromoveerd op een proefschrift over Timoleon.
Als leeraar genoot dr Timmerman een bijzondere populariteit, zoowel om zijn menschelijke eigenschappen als om zijn opvatting van het doceeren der klassieken. Belangrijker dan grammatica en filologie achtte hij het, zijn leerlingen in de eerste plaats te doordringen van de groote schoonheid der klassieke dichters, van wie vooral Homerus zijn groote liefde heeft. Zoo verscheen van zijn hand dan ook eenige jaren nadat hij het leeraarsambt had neergelegd, in 1927 een metrische vertaling van de Homerische hymnes, in 1931 een metrische vertaling van Homerus' Ilias en in 1934 van de Odyssee.
Dr Timmerman, bij vrienden en oud-leerlingen bekend als ‘Tim’, is een typische figuur van den ouden stempel, breed van opvatting, zich niet afsluitend voor de dingen van dezen tijd, die zijn goedkeuring wegdragen en daarbij zijn critiek op het vele, dat hij te laken acht, niet onder stoelen of banken stekend, een typische Hollandsche figuur van breede allure en met een groot gevoel voor humor.
Hoewel hij, ondanks het schrijven van een reeks verdienstelijke artikelen en eenige van dichterlijk gevoel getuigende romans en sonnetten, nooit een op den voorgrond tredende figuur van literaire beteekenis is geweest, heeft hij de beweging van Tachtig van zeer nabij meegemaakt en behoorde hij tot de intieme vrienden van verscheidene Nieuwe Gidsers, van wie thans Lodewijk van Deyssel en Frank van der Goes nog de eenige overlevenden zijn.
In zijn, ter gelegenheid van zijn tachtigsten verjaardag bij den uitgever H.J. Paris verschenen gedenkschriften onder den titel ‘Tim's Herinneringen’, vertelt hij, naast van groote liefde en eerbied voor zijn vader getuigende episodes, die zonder pretenties toch een goed karakteriseerend beeld geven van de Amsterdamsche samenleving tusschen 1870 en 1880, op onderhoudende wijze van zijn omgang met en herinnering aan Jacques Perk, Alphons Diepenbrock, Hein Boeken, Willem Kloos, Lodewijk van Deyssel en Herman Gorter, welke laatste van alle tachtigers nog steeds zijn grootste liefde en bewondering heeft en van zijn omgang met de schilders Jan Veth, Toorop, Bauer, Witsen, Breitner en Van Hoytema.
Velen zijner oud-leerlingen, wien hij zijn liefde voor schoonheid, rechtschapenheid en vrijheid heeft bijgebracht, zijn hem hun leven lang als een vriend blijven beschouwen, zoodat het dr Timmerman morgen, op zijn tachtigsten verjaardag, stellig niet aan blijken van belangstelling zal ontbreken.
Wij komen in het Avondblad van morgen op ‘Tims Herinneringen’ terug.
Dr Nuysink verzoekt ons te melden dat onder leiding van jhr Humalda van Eysinga te Laren een bijeenkomst van de oud-leerlingen en vrienden zal plaats hebben om 3 uur te Blaricum in het kunstzaaltje Enzlin.