Made in Holland

Vierde Nelsonrevue in het Kurhauscaburet

De titel ‘Made in Holland’ verplicht tot niets, want alle revues van Nelson worden in Holland gemaakt, zooals conférencier Farkas terecht zelf opmerkte. Maar men begint toch met een speciaal Hollandsch artikel; de schilderkunst, en wel meer in het bijzonder met de Nachtwacht, waar de heeren Farkas en Lilien ongegeneerd uitstappen, en een twintigsteeeuwsch schuttersgesprek afwikkelen over Tilly (den veldheer). Via de schilderkunst komt men in een nogal rhetorisch chanson van Fientje de la Mar op de Hollandsche deugden, die altijd cultuurdeugden zijn geweest, en dan op andere schilderkunstige producten, zooals ‘Blue Boy’ van Gainsborough (een van de beste nummers!) en de ‘Mona Lisa’ met haar eeuwigen, eeuwigen glimlach (‘Keep Smiling’). Dan laten wij den Hollandschen draad weer los en storten ons in de variaties der revue, die altijd voor alles.... revue is; tot met een grappige sprookjesreeks het programma besloten wordt.

 

Ook dit een aardig programma, en uitstekend verzorgd. Nieuwe verschijningen zijn ‘The Harmony Kings’, drie zwarte zangers, wier mimiek even suggestief is als hun zang. Zij brengen de zaal tot enthousiasme. Nieuwe verschijningen zijn ook de vier honden, die met vier heeren van het gezelschap ten tooneele komen en zich zoo uitmuntend en menschelijk-beschaafd gedragen, als ging hun de heele revue niets aan. Hulde ook aan deze hondjes, en vooral aan den gemengden taxhond, die den val van Lilien zoo beheerscht aanziet. Daarvoor mist men ditmaal de dichtkunst van den verbalen Farkas, die à la minute geserveerd wordt.

 

Waar Nelson den tijd vandaan haalt, om steeds weer zoo snel en vaardig voor den dag te komen met een fonkelnieuw programma, weet ik niet. Maar hij doet het. Er flonkeren al weer nieuwe namen van nieuwe revues in het verschiet.

M.t.B.