Briefwisseling Menno ter Braak - J.C. Bloem
J.C. Bloem
aan
Menno ter Braak
Breukelen, 15 december 1931
Breukelen 15 December 1931
Beste Menno
Dank voor je briefje. Het doet mij erg veel genoegen, dat je Zaterdag dus komt en ik zal je om 14 uur 8 te Utrecht van het station komen afhalen. Ik wacht buiten aan den uitgang. Het spijt mij verbazend, dat Truida niet meekomt, maar ik hoop, dat jelui samen spoedig eens weer zult komen, en zal trachten, door billijke consumptie en prompte bediening mij jelui gunsten waardig te maken.
Je zult gemerkt hebben, dat ik voortdurend in den eersten persoon enkelvoud schrijf. De probleemlooze is n.l. nog bij haar moeder en zal zich pas morgen weer bij den hemelschen voegen, met de uit die tegendeelen voortgesproten eenheid.
Tot spoedig dus, blonde puber, en geloof mij inmiddels met hart. gr. ook aan de betreurde Truida,
steeds je
Jacques
P.S. Henny zul je denkelijk niet te zien krijgen. Hij lijdt aan een soort van menschenschuwheid. Maar den ultramontaan Engelman zal ik trachten, op je los te laten.
P.P.S. Weet je, dat Vic van Vriesland je stadgenoot wordt? Hij wordt tijdelijk plaatsvervanger van Hopman.
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum