Henrik Scholte:
Onze derde matinée

Het derde Liga-programma, dat wij gaarne geheel aan het werk van Walter Ruttman hadden gewijd, was sterk gehandicapt door de niet nader gemotiveerde weigering van den Heer Tuschinsky om Ruttman's ‘Berlijn’-film hetzij geheel of gedeeltelijk, hetzij een of meermalen aan ons af te staan. De heer Ruttmann kon dus slechts spreken over zijn absolute films: een extempore gehouden inleiding, gebaseerd op de ironisch preventieve waarschuwing: ‘Ich hab mir garnichts dabei gedacht!’ De vertooning dezer, op de première gebisseerde films had een zeer hartelijk en spontaan succes, dat in de latere persverslagen slechts gedeeltelijke weerklank vond.

Het heeft zoowel in het Bestuur als ook in de pers een punt van bespreking uitgemaakt of de inplaats van de ‘Berlijn’-film, maar niet als ‘noodschot’ genomen film van James Cruze: ‘Jazz’, op de programma's der Liga thuis hoorde. De overgroote meerderheid in het Ligabestuur is echter de meening toegedaan, dat welke fouten deze film in opzet en uitwerking ook aankleven, het droomgedeelte van genoegzaam belang geacht mag worden om haar plaats, als een der zeer weinige moderne Amerikaansche films, op het programma te motiveeren en dat een cyclus van voorstellingen, zooals de Liga die bedoelt te geven, onvolledig zou zijn indien deze film daarop ontbrak.

Wat nu de pers betreft, blijven wij voor een deel nog steeds overgeleverd aan de stupide of - erger - aan de vooropgezet onwillige meeningen van eenige z.g. filmcritici. Wat te beginnen met dien provinciaal, die de Kipho-film uit het tweede programma alleen verduwd zou hebben als de Kipho-tentoonstelling er ook werkelijk op gevolgd was! Of met hen, die ons verwijten dat wij het ‘alsmaar’ over kunst hebben, terwijl de film toch met kunst niets te maken heeft, niet waar? Terwijl de film toch een lolletje is, een plat pleziertje, uit een fauteuil genoten!

Werkelijk, de godsdienst zal niet gaarne met de film in verband gebracht worden. Maar wordt het voor hen, die in de film gelooven, niet tijd om de tollenaars en Pharizeeërs uit den tempel te ranselen, - al ware het tenslotte uit den tempel van Tuschinsky?

INNING ABONNEMENTSGELDEN EERSTE WEEK JANUARI 1928 WIE ALSNOG VOORAF WENSCHT TE GIREEREN: GEM. GIRO C 578
[p. 99]

[3]

 



illustratie
V.E. VAN UYTVANCK
WALTER RUTTMANN