René Clair en zijn werk.
René Clair is voor Nederland geen onbekende, al is zijn naam vrijwel beperkt tot het milieu der Liga. Wij vertoonden in het vorige seizoen zijn speelsche werkje ‘Entr' acte’, in de tweede en twaalfde voorstelling. De opmerkelijke groei in waardeering, die daarbij mocht worden geconstateerd, was ons het bewijs, dat wij Clair terecht onder de belangrijkste vertegenwoordigers der fransche filmkunst hadden gerangschikt. Daarom doet het ons des te meer genoegen, dat de cineast aan onze uitnoodiging, om een keuze uit zijn werk voor ons beschikbaar te stellen en deze keuze te Amsterdam persoonlijk te komen inleiden, onmiddellijk gevolg heeft gegeven. Men zal thans in staat zijn een algemeener indruk van zijn figuur te verkrijgen dan tot op heden mogelijk was. Men zal Clair niet gemakkelijk met een ander verwarren. Hij is een zeer uitgesproken individualiteit, doortrokken van esprit, tot in zijn vingertoppen en conversatie een Franschman. Wellicht is nog geen cineast er in geslaagd, zoo geraffineerd te ‘visualiseeren’, wat wij samenvatten onder dit veelzeggend, maar moeilijk te vertalen woord: ‘esprit’. Men vindt die mentaliteit zeer geprononceerd in ‘Entr'acte’, men vindt die reeds in een veel oudere film, ‘Le Fantôme du Moulin Rouge’, die Clair in ‘commercieele’ opdracht maakte, en waarbij hij zijn zakelijke opdrachtgevers zoo voortreffelijk met zijn geest verschalkte, dat men de film nauwelijks een blik waardig keurde: men vindt die, boven alles, in het werk, dat Clair zelf boven alles liefheeft: ‘Le Chapeau de Paille d'ltalie’. Wij zijn er in geslaagd de opvoeringsrechten voor de Liga voor de belangrijkste fragmenten te verkrijgen. Over deze film, waarvoor Clair de motieven ontleende aan het
RENÉ CLAIR:
LE CHAPEAU DE PAILLE D'ITALIE
gelijknamige stuk van Labiche en Michel, zegt hij: ‘En réalisant le “Chapeau d' Italie” j'ai voulu rester fidèle à l'esprit de l'oeuvre qui, seul, importe et non à sa forme conçue pour la scène. J'ai tenté d'écrire le scénario de ce film comme il me semble que Labiche et Michel l'auraient écrit s'ils avaient connu le cinéma et s'ils avaient voulu faire de ce sujet charmant un film et non une pièce de théâtre.’
De bekoring van de film schuilt dan ook geheel in de tintelende esprit der visualiseering, die een tegenpool, een waardige aanvulling van Chaplin vormt; op deze vergelijking komen wij nader terug. ‘Tour d'Eiffel’ is Clair's laatste film, die nog niet lang geleden is voltooid.
Ook René Clair was, gelijk allen, die hun ziel aan de filmkunst hebben verpand, gedwongen, van tijd tot tijd in het commercieel gareel te loopen, om te kunnen leven. Nijdig en soms wanhopig besprak hij met ons de eischen der mediocriteit, die de illustere zakenwereld meer en meer den kunstenaar wil opleggen. Temeer was het ons een voldoening hem te kunnen verzekeren, dat hij in Nederland kon ‘zeggen, wat hij wilde’ en ‘laten zien, wat hij wilde’!...
In den bundel ‘Le Rouge et le Noir’ schrijft Clair onder den titel ‘Millions:
C'est grâce à de sem blables pratiques que le cinéma (au moins ce que nous sommes quelques-uns à appeler le cinéma) s'achemine vers une fin dorée. On a souri quand j'ai parlé de la fin du cinéma. Je n'avais guère l'intention de plaisanter: le cinéma mourra par l'argent.
Art et argent; intelligence et règles financières sont ici aux prises. Attention: diriger notre art vers des réalisations ‘somptueuses’, habituer la foule à des spectacles dont la richesse est la principale qualité, c'est proprement nous jeter dans la gueule du loup. C'est rendre le film chaque jour plus complètement esclave de l'argent dont les lois, déjà, l'étouffent. Un auteur qui ne peut donner des preuves de son génie ou de son talent qu'à coups de millions, bien souvent avoue ainsi sa faiblesse, mais aussi, bien souvent, il trahit par là les intérêts supérieurs du cinéma. Plus nous aurons besoin de l'aide des financiers, plus nous devrons laisser en leurs mains le peu qui nous reste de indépendance artistique.
Men helpe Clair naar beste krachten deze wantoestanden te verbeteren!
M.t.B.
VOOR DE FILMLIGA AMSTERDAM SPREEKT OP 10 JANUARI (BUITEN DE REEKS LIGA-PROGRAMMA'S) WSEWOLOD PUDOWKIN IN HET GEBOUW DER A.M.V.J. (INGANG VONDELSTRAAT BIJ HET LEIDSCHEPLEIN) TE AMSTERDAM, 'S AVONDS 8 UUR. LEDEN VAN ALLE LIGA-AFDEELINGEN HEBBEN VRIJEN TOEGANG, ZOOVER DE PLAATSRUIMTE HET TOELAAT
Wsewolod Pudowkin
De oorsprong der Liga-gedachte is verbonden aan den naam Pudowkin. De onverdeelde bewondering van allen is, hoe men over zijn ideeën moge denken, gewijd aan de figuur Pudowkin, die de films ‘De Moeder’ en ‘De laatste Dagen van St. Petersburg’ heeft geschapen. Pudowkin is, niemand zal het wagen tegen te spreken, de grootste cineast, die de wereld rijk is; en men beleedigt geen zijner collega's door te zeggen, dat de ijzeren greep van Pudowkin in de filmkunst niet wordt geëvenaard.
Wij hebben den regisseur, die voor zeer korten tijd in Berlijn vertoeft, verzocht voor ons te komen spreken. Hij zal een indruk geven van zijn werk en de mogelijkheden van de russische film, speciaal ook in verband met de amerikaniseeringstendenties, die in den laatsten tijd die film schijnen te bedreigen.
In de eerste plaats rekenen wij op een trouwe opkomst onzer leden, om Pudowkin de ontvangst te kunnen bereiden, die zijn persoonlijkheid zoo volkomen toekomt. Voor deze bijzondere gelegenheid heeft het bestuur echter ook voor niet-leden kaarten beschikbaar gesteld à f 1, excl. sted. bel. Zie verder convocatie der Filmliga Amsterdam.
Het werk van Pudowkin behoeven wij niet nader toe te lichten; fragmenten zullen bij zijn lezing bovendien worden vertoond. Hij werd geboren in 1893, studeerde aan de universiteit te Moskou, komt in 1920 aan de filmschool aldaar, waar hij voor acteur wordt opgeleid. Zijn werkzaamheden als regisseur dateeren van 1922; hij associeerde zich eerste met Kuleschov, kwam daarna bij de Meschrapom-Russ, waarvoor hij, behalve eenig kleiner werk, ‘De Moeder’ maakte. Bekend is zijn uitstekend boek over filmregie en -manuscript.
Nauwkeurige bewerking van het manuscript, mathemethische toepassing van de rhytmische eischen hebben Pudowkin's aandacht zoozeer, dat hij zelfs een tijdlang ‘droog’ gefilmd heeft, uitsluitend theoretische studiën over de film verkiezend boven de fotografische realisatie zelf. Lapiner noemde hem eens in de ‘Filmkurier’ ‘das Musterbeispiel eines Mathematikers-Regisseurs’....
Pudowkin spreekt in het Duitsch.
M.t.B.