Contra

Met deze film toch op het tweede programma te plaatsen hebben wij hun een genoegen willen doen, die persé den Paus in Rome wilden zien; met hen zijn wij het eens, dat alleen de ruïnes van het Forum overbleven.

Indien Bunuel ons één les geleerd heeft, dan is het deze: welk een onmetelijk verschil ligt er tusschen Germaine Dulac's ‘Coquille’, dat zich onder geen titel aandiende, en deze verprutste imitatie, die zich van een surréalistisch étiquet voorzag. Het bewijst eens temeer, dat het surréalisme een bewuste conceptie ten aanzien van zich zelf niet kan verdragen. Het scénario voor ‘Un Chien Andalou’ toont blijkbaar weloverlegde en uitgewogen tendenz tot het visualiseeren van een soort ‘Mogen wij zwijgen’-onderwerp, dat als film niet de minste waarde had. Bunuel zelf, door ons vóór alles de achter vele sluiers verborgen mentaliteit van zijn film op te dringen en daarnaast zijn filmische expressie, behoudens enkele zeer geringe en op zich zelf staande détails, tot een vormlooze kluwen te doen verschrompelen, heeft zijn film veroordeeld. Het liet een gevoel van physiek afgrijzen achter, waarbij eenig oordeel over al dan niet visueele waarde niet in betracht kwam.

Ethisch behoeft men niet geshockeerd te zijn. Eenzelfde onderwerp, ja eenzelfde scénario in de handen van een meester zou ons overtuigd hebben. Van pornografie is hier geen sprake. Slechts van een slechte film, door een machteloos epigoontje gemaakt met de voor-

[p. 480]

[22]

 

opgezette bedoeling, door een esoterisch raadseltje te épateeren, en van een met ostentatief welbehagen geopenbaarde, inférieure geest.

HENRIK SCHOLTE