[p. 112]
Late Rit
Wij reden laat, wij reden vier aan vieren,
het doel dat niemand wist
lag ergens achter ruischende rivieren
lag ergens in den mist.
Wie sprak? Wie zong een lied?
mijn vriend: hij droeg het zwaar kuras
over een leven van veel verdriet
en vroeg mij hoe laat het was.
Het was zóo laat, dat woorden die wij zeiden
eensklaps den zin verloren, die ze droeg,
dat de eenzaamheid een nevel spreidde en
vreemde gebaren waarom niemand vroeg.
Louis de Bourbon