[p. 372]
Ik en de Saxophonist
De saxophonist heeft een kleine snor
en de saxophonist heeft mooie oogen
- ik heb ook wel eens de meisjes belogen,
maar ik had nooit zoo'n succes als de
saxophonist.
Hij liegt met zijn nikkel en hij liegt met zijn
oogen,
door hem wordt het meisje wel graag bedrogen
- en ik? - als zij eens alles wist?
Zij wordt verliefd op de saxophonist.
Mijn eerlijke leugens: toch haar ter eere,
ze liggen bij die van de andere heeren.
Snij snij met je nikkel, stomme saxophonist,
snij snij in de oogen dier dansende vrouwen;
ik zit met een vrouw waar ik niet van kan
houën
en denk aan het meisje -: mijn meisje, ouwe!
dat mij liefhebben zou, als zij alles eens
wist.
Man Arnet