[p. 681]

Korte Duur

 
Heel alleen. De avond zwijmelt.
 
Binnen mij onrustig vuur.
 
Straks uw hart nog in mijn handen.
 
Alles is van korten duur.
 
 
 
Even de eeuwigheid gemeten
 
Aan uw toomelooze drift.
 
God en aarde weggesmeten
 
Voor een tocht in lachend licht.
 
 
 
Heel alleen. De avond zwijmelt...
 
Alles heeft zijn eigen tijd.
 
Morgen gaat de dag weer open:
 
Nieuwe brandende eeuwigheid!

Paul Rogghé