[p. 680]
De Gevangene
De strijd is uit; de poorten vallen dicht
Waarachter men u leert het hoofd te buigen
In ootmoed voor hun wetten, maar allicht
Verlost van rechters, speurders en getuigen.
Zij staken handen uit en zwoeren voos;
Zij sloegen zware boeken op en spraken
Geleerde dode woorden. Hopeloos
Werd dan uw kans nog uit hun greep te raken.
Wat u thans bijblijft weegt niet zwaar ter
hand:
Gij schrikt er voor het boeten aan te vangen,
Maar waar gij uit gered wordt, mens, is
meer...
Uw cel is vree naast wat ons overmant
Al houdt geen slot onze ijlste lust gevangen
Wij óók toch vallen op ons zelven weer!
Ludo Poplemont