Achter maskers en rook
Een antwoord
OP mijn artikel in dit blad van 4 December j.l. over de verhouding tusschen ‘Eenheid door Democratie’ en het Comité van Waakzaamheid heeft het orgaan van E.d.D. gereageerd door zich achter de autoriteiten van de ‘Middelburgsche Courant’ te verschuilen en verder (zooals dat gewoonlijk gaat, wanneer men verdachtmakingen niet kan bewijzen) een nietszeggend praatje in plaats van argumenten te geven. Soit; dit zou mij de moeite besparen op de quaestie door te gaan, wanneer hetzelfde oorgaan niet een week vroeger (dus op denzelfden dag, dat mijn artikel in De Groene verscheen) met een nieuwe ‘onthulling’ ware gekomen. Prof. Pos, voorzitter van het Comité van Waakzaamheid, heeft n.l. aan het ‘Volksdagblad’ een interview toegestaan, waarin hij de overigens bekende opvattingen van het Comité over zijn doelstelling uiteenzette. Dit geeft het orgaan van E.d.D. aanleiding om het ‘Volksdagblad’ te qualificeeren als de ‘spreektrompet der Waakzamen’. Bij deze belachelijke en misleidende phrase behooren natuurlijk nog eenige andere phrasen: ‘het masker valt’; de ‘rook is opgetrokken’; ‘voor iedereen zijn de figuren thans duidelijk zichtbaar’; etc. Men lette op de logische consequenties van deze redeneering; want waarom zouden die tot voor kort nog zoo listig geachte ‘mantelorganisatoren’ nu plotseling hun masker laten vallen? Om zichzelf te kijk te zetten als ‘echte’ communisten? Of om E.d.D. een pleizier te doen? Ik had tot dusverre altijd gedacht, dat mantelorganisaties in het duister wroetten, en zònder mantel (subs. masker) in hun hemd stonden....
In zijn ijver om het Comité politiek verdacht te maken of politiek onnoozel te verklaren heeft het blad dus zijn doel weer precies voorbijgeschoten. Men zou er zeker over kunnen discussieeren, of prof. Pos tactisch handelde, door in zijn functie van voorzitter van een organisatie, die aan verdachtmakingen blootstaat, een interview toe te staan aan een communistische krant; ik voor mij zou het niet gedaan hebben, omdat ik gaarne zelfs den schijn vermijd van iets uitstaande te hebben met de Volksfront-acrobaten uit de school van Stalin. Men kan echter ook een andere redeneering volgen, en den interviewer, wie hij ook zijn moge, beschouwen als een persoon, die meeningen registreert van anderen en wiens eigen overtuigingen er dus niet toe doen, zoolang hij waarheidsgetrouw registreert; en bovendien was het bewuste interview van prof. Pos er één uit een reeks van vraaggesprekken van het ‘Volksdagblad’ met links georiënteerde intellectueelen, waaronder reeds compareerden prof. dr. P. H. van Moerkerken, Jan Sluyters, dr. Garmt Stuiveling (voorzitter van het kunstenaarscentrum voor Geestelijke Weerbaarheid) en.... Anton van Duinkerken! Zijn deze heeren voor het orgaan van E. d. D. nu plotseling ook communisten met afgerukte maskers en opgetrokken rook?
Men kan uit dit tweede voorbeeld van verdachtmaking, dat ik gedwongen ben recht te zetten, nogmaals opmaken, hoezeer de rol van duivelbanner de geesten kan verblinden; dat een integere persoonlijkheid, die alom bekend staat als een humanistisch geleerde, aldus weer klakkeloos als communist gedoodverfd wordt, schijnt het orgaan van E. d. D. niet te interesseeren. Men zal mij ten goede houden dat deze ‘onthulling’ het laatste ‘argument’ is van dit gehalte, waar ik op in ga.