Bij het portret van Charlot
(Charles Spencer Chaplin)

OVER de beteekenis van Charlie Chaplin als kunstenaar en als vernieuwer van het mimisch spel wordt niet meer gediscussieerd: zijn meesterschap wordt algemeen aanvaard. Voor de twijfelaars was het laatste bewijs: ‘The Goldrush’ afdoende.

Hij is een meester, en geen ander is met hem te vergelijken. Hij is éénig, als alle groote kunstenaars. En als alle groote kunstenaars heeft hij een harde, langzame leerschool doorloopen; men weet het: ‘...une longue patience’. Eerst op de planken. Daarna voor het doek. En in de films weer die trage en gestadige stijging. Herinnert men zich nog ‘The Fireman’? Charlie als brandweerman, als musicus, als landverhuizer, als kelner, als winkelchef, als soldaat. Herinnert men zich nog ‘The Kid’?



illustratie
Charlie Chaplin

En veel later ‘The Pilgrim’; dit scheen een toppunt. Daarna weer kwam ‘The Goldrush’. De zekerheid van die stijging is alleen reeds bewonderenswaardig. Het bewuste bouwen, het rustige gaan van goed tot beter.

Wat is het geheim van zijn populariteit; van de liefde die hij wekt bij de eenvoudigen èn bij de intellectueelen? Charlot is de Mensch van nu. Ieder herkent zich zelf in hem. Wij zijn Charlot. Zijn ongelukken zijn de onze, zijn belachelijkheden zijn de onze, zijn veerkracht is de onze.

Hij heeft het simpele goede hart van de meesten van ons, en, net als wij, weet hij er geen raad mede. Zoodra hij het toont wordt hij ridicuul, nèt als wij, en als hij goed wil doen gebeuren er verschrikkelijke dingen. Hij steekt vol van de liefste idealen,

[p. 135]



illustratie
Charlot
(Naar een teekening van Frans Masereel voor Le Disque Vert.


maar er zijn zooveel deurposten en politieagenten om tegen aan te loopen. En het is zoo heerlijk om verliefd te zijn, maar waarom zakt je broek dan af en waarom val je zoo dikwijls over je eigen teenen? En hoe zalig zou het zijn om heel arm te wezen - zonder zorg en zonder begeerten - als er maar niet overal boosaardige kerels stonden die geld moesten hebben. Als Charlot door den sherif wordt meegenomen en voortgetrokken aan een touw - welke ‘schurkenstreek’ moet hij boeten? - dan heeft hij maar één zorg: bloemetjes plukken langs den weg. Dat is Charlot. Hij is de onbegrepen en misplaatste heilige, de man die geeft wat niemand aanneemt, die zingt als ‘men’ niet zingt en huilt als ‘men’ vroolijk is:

‘He is, in fact, a legendary figure comparable to Don Quixote’.

En Ramon Gomez de la Serna zegt van hem:

‘Il est le grand enfant malin de l'humanité, l'enfant terrible qui surgît dans les fêtes de la vie, dans les baptêmes, dans les bals, parmi le public des dîners aux quels les enfants ne sont pas admis’.



illustratie
Caricatuur van Charlie Chaplin door Fernand Léger.

Hij is de gast dien men altijd vergeet te noodigen en die overal is.

 

* * *

 

Behalve een niet onvermakelijk tooneelstuk van Melchior Visscher ‘Charlie Chaplin’, verscheen over hem een boekje van Hans Siemsen in de collectie: ‘Meister’ (No. 22) Feuer-Verlag, Leipzig (1924). Verder: ‘Charlot’, door den betreurden Louis Delluc (M. de Brunoff, editeur Paris (1921). ‘Le Disque Vert’ (Brussel) wijdde een belangrijk nummer aan hem (2e jaargang 1924, 3e serie Nos. 4-5). Van groot belang is een artikel van Chaplin zelf in ‘The Adelphi’.

 

J.J.v. VOORNE

Charlie and Touchstone
in the Forest of Arden24

 
Tous ees messieurs passent trop vite
 
Au gré d'une vie immortelle;
 
Le mouvement de cette ville
 
Est difficile à supporter.
 
 
 
Permettez donc que je vous quitte
 
Pour m'en aller à la campagne:
 
Adieu, je veux vivre tranquille.
 
Le bonheur ne vous comprend pas.
 
 
 
Bonheur de la forêt, le calme...
 
Mais où fuir ce monde cocasse?
 
L'arbre même est articulé:
 
Sous l' écorce dissimulé,
 
Un bouffon mime la sagesse;
 
Quelle forêt de petits gestes!

MÉLOT DU DY

24De jonge Belgische dichter Mélot du Dy, schrijver van: ‘Mythologies’ en ‘Homérides’ (n.r.f. 1924) stond aan Le Disque Vert dit gedicht over Charlot af.