[p. 89]

G. Rietveld
Nut, constructie: (schoonheid: kunst)

Einige Künstler wollen die Kunst abschaffen, weil die Kunst nicht immer ökonomisch ist, dagegen ökonomische Dinge wohl schön sind. Ökonomische Dinge sind schön wegen ihrer Zweckmässigkeit. Das Ziel der Kunst ist das Wesen der Dinge zu offenbaren; der Begriff angewandte Kunst ist deshalb sinnlos.
?
Certains artistes veulent abolir l'art pour le motif que ses expressions ne peuvent toujours se justifier économiquement, mais que par contre des choses économiques sont belles. Les choses économiques sont belles dans leur utilité. Le but de l'art est de rendre évidente la raison des choses; par là même, la notion de l'art appliqué est une utopie.
?
Some artists wish to abandon art because art expressions are not always economical to justify, on the contrary economical things are fine. Economical things are fine in their suitableness. The butt of art is to make the nature of things visible, the conception applied art is therefore without meaning.

Om iets te maken, is het m.i. volstrekt niet noodig, eerst een verklaring of verantwoording te kunnen geven waarom het juist zóó moet zijn; integendeel is de behoefte aan uiting in een vorm gedeeltelijk opgeheven, als men het al in woorden heeft kunnen zeggen. Zelden zal men de werkwijze toetsen aan de uiteenzetting al is die nog zoo klaar.

Velen zijn bezig vast te stellen, welke weg de bouwkunst inslaat.

Sommige kunstenaars willen de kunst afschaffen - zij willen alleen zuiver economische constructie, maar tegelijk streven zij naar bepaalde verschijningsvormen. Vooral de rechte lijn en de rechte hoek zijn bij hen het kenmerk van het ware universeele; de scherpe hoek is willekeurig, dus individueel.

De speciale voorliefde voor producten der techniek: spoorbruggen (de grootste), locomotieven (de snelste), vliegmachines en auto's (de laatste) en voor de meest samengestelde mechanische voortbrengselen, is zoo groot, dat zij het ideale woonhuis, de woonmachine noemen.

Eenige aanhalingen uit artikelen van Oud, Mondriaan en van Doesburg, waarin zoowel op het nut, als op de uiterlijke verschijning der bouwkunst wordt gewezen:

Oud zegt in 't laatste gedeelte van ‘Richtlijn’ i 10 I: ‘Richtlijn zal in deze rubriek zijn: te wijzen op alle serieuze pogingen van beeldenden aard, welke de menschelijke vitaliteit, ongehinderd door verkeerd begrepen traditie, tot uiting brengen, erkennende daarmede onvoorwaardelijk en onder elken vorm (machinalisme, film, reclame enz., om eenige der heden meest gewraakte voorbeelden te noemen) het eerst-geboorterecht van de natuurlijke levensdrift, die fundament van het menschelijk zelfbehoud, dus grondslag voor cultuur is.’

Mondriaan zegt in 't zelfde nummer van i 10: ‘Neo-plasticisme (de woning, de straat, de stad)’: ‘Wil onze materieele omgeving van een zuivere schoonheid zijn, dus gezond en waarlijk rechtstreeks aan het nut voldoen, dan is het noodzakelijk, dat zij zuiver beeldend is’ - ‘de rechthoekige stand is de essentieele questie’ - ‘niet aanpassen maar scheppen’ - ‘met een beetje goeden wil zal het niet zoo onmogelijk zijn een aardsch paradijs te scheppen’. - ‘De neo-plastiker is meer op z'n plaats in de “metro” dan in de Notre-Dame.’

Van Doesburg zegt in ‘Bouwbedrijf’ 4e jaargang, no. 2: ‘De rijke afwisseling van het flonkerend stadsgewoel stemt hem (dit is volgens v.D.: de Moderne dansende mensch met moderne zenuwen) rustiger dan het strakke uitspansel. Zijn optisch-esthetische behoeften worden meer bevredigd door het hoekige stadsbeeld, dan door de pitoreske en grillige vormen der natuur’ - ‘de rechte lijn te stellen tegenover de grillige en kromme der slakken en der ezels, kortom der natuur.’

‘De rechte lijn is voor de moderne architectuur beslissend, uitgezonderd natuurlijk in gevallen waarin de functie het andere eischt’ - ‘Wij beleven de rechte lijn sterker dan ooit - zij is eigen aan dezen tijd’ en verder: ‘architectuur is een levensfactor, die het gebruik dient’ - ‘elasticiteit’ - ‘geen eigen accenten om eigen atmosfeer van den bewoner

[p. 90]



illustratie
PLATTEGRONDEN NORMAAL-WONING
ONTWERP: SCHRÖDER-RIETVELD


niet te belemmeren’ - ‘geen stijlvorm’ - ‘de vorm als probleem der architectuur is totaal weggevallen.’ Dit laatste gedeelte komt m.i. overeen met de opvatting, dat het nut en de constructie den vorm moeten bepalen. Dit schijnt mij echter niet precies in overeenstemming met de optisch-aesthetische behoeften van den ‘moderne dansende mensch’ met z'n voorliefde voor de rechte lijn, want de constructie kan ‘natuurlijk’ iets anders eischen. Ik wil probeeren de verhouding te bepalen van schoonheid en kunst en van deze beiden en nut en constructie.

Verkeerd lijkt me, constructieve vormen te verkiezen of te verwerpen uit schoonheidsoverwegingen en even verkeerd, kunstuitingen af te keuren uit constructieve of economische overwegingen. Het is zelfs moeilijk uit te maken of een kunstuiting al of niet tegen de constructie zondigt. Zoo kunnen oningewijden nu moeilijk begrijpen, dat het ornament aan b.v. een Louis XV stoel uit technische overwegingen van dien tijd is ontstaan - men zaagde het hout met de spanzaag uit, waardoor het gemakkelijker was een vorm te maken, die een weinig gebogen is dan een rechte (ook de houtnerf loopt meestal volgens een weinig gebogen lijn). Zoo'n gebogen regel of poot kon men vlotter van de zaagruwheden ontdoen met een guts (ronde beitel), waardoor het holle profiel ontstond, dan door vijlen, en schuren. Door het verschil in richting van de nerf kon men bij de verbindingen dikwijls beter het hol onderbreken, door middel van een paar steken met dezelfde guts waardoor dan een ornamentje, krulletje of blaadje ontstond, dat te samen met de strak gebogen groote lijnen aan sierlijkheid uit louter aesthetische overwegingen deed denken, dan de uitholling met uiterste voorzorg tegen uitspringen eenvoudigweg door te trekken -. Zoo zijn de z.g. kussenpaneelen en holprofielen op een deur van een Holl. Ren. kast zeer knappe constructies om een ½ duims plank, waaruit de deur bestond, tegen scheel- en kromtrekken te vrijwaren.

Kunst en schoonheid zijn verschillende begrippen. In de kunst gaat het niet om schoonheid in de eerste plaats. Het is onontkoombaar, dat de meest zakelijke constructie zich anders dan in een uiterlijke verschijning realiseert - door hun verschijning (vorm, kleur, klank, reuk en meer of mindere hardheid) worden de dingen voor ons werkelijk (waarneembaar).

[p. 91]



illustratie
STRAAT MET NORMAAL-WONINGEN
ONTWERP: SCHRÖDER-RIETVELD




illustratie

[p. 92]

Deze werkelijkheid schoon of leelijk vinden is een questie van houding en inzicht. In ieder geval is het een persoonlijke voorkeur of tegenzin.

Door de verschijning in haar voor de verschillende zintuigen waarneembare, begrenzingen afzonderlijk te bepalen, maakt de kunst in de eerste plaats de werkelijkheid duidelijk en ze voert het persoonlijke van de schoonheid op tot een algemeen geldende vormenspraak. Kunst is van nature scheppend, omdat zij de werkelijkheid maakt en erkent.

Tagore zegt: ‘Door begrenzing van het onbegrensde wordt de waarheid werkelijk.’ Voorzoover een constructie zondigt tegen de physische en chemische wetten, voorzoover is ze onbestaanbaar; moet daarom de constructie aan de natuur overgelaten worden? Ze is toch in wezen tegen-natuurlijk door den wil. Voorzoover een verschijningsvorm (van een gebouw b.v.) buiten constructie-wetten om gedacht wordt, is ze onbestaanbaar; heeft daarom de soliedste constructie den meest zeggenden verschijningsvorm? Dikwijls zal een solied geconstrueerd ding een onduidelijk uitgesproken verschijningsvorm hebben.

Is het geluid b.v. van het groote stadsleven, de beste muziek of de meest zeggende klankuiting van het leven uit dezen tijd? Ik geloof het niet. Toch kan zooiets treffen als schoon; zoo ook een zuiver berekende constructie, door z'n correcte bepaaldheid - het is hier een doelmatigheid, die tot een in zichzelf volledige éénheid kwam, ontdaan van tegenstrijdige bijkomstigheden. Z'n eigen verschijningsvorm krijgt het ding echter pas, als ook de vorm zich als éénheid uitspreekt. Men kan deze eenheid ook opleggen decoratief, of door een vorm of kleurcompositie of door de functie van het ding te vertolken in den vorm; hoe groote aesthetische waarde dit alles ook kan hebben, het is m.i. als kunst verwerpelijk. Een kunstwerk is een vrije scheppende daad. Zoo is het in de Bouwkunst mogelijk een ruimtebegrenzing te scheppen en niets meer; (zelfs de materialen, die ervoor noodig zijn gelden meer door hun stand in de ruimte, dan door hun afzonderlijke vormen). Het juiste voldoen aan de noodzakelijke behoefte zich tegen de natuur te beschermen, maakt het practisch mogelijk zoo'n ruimteschepping te verwezenlijken. Andersom: de kunst practisch toegepast (toegepaste kunst - gebruikskunst enz.) bestaat niet.

In de kunst in 't algemeen en in de bouwkunst in 't bijzonder gaat het niet om schoonheid in de eerste plaats, maar om den duidelijk uitgesproken verschijningsvorm, d.i. het wezen van het zijnde.

Bolland zegt: ‘Zijn is schijn en dit is haar wezen.’ Tagore zegt: ‘Kunst heeft geen andere verklaring dan dat zij schijnt te zijn,’ wat zij is.

Enkele kunstwerken zijn voldoende het wezen van de dingen voor eeuwen vast te leggen; niemand ontkomt aan dien greep. Kunstzin (duidelijkheidszin) is een algemeene eigenschap, daarom zullen zakelijk bedoelde constructies dikwijls in een zuiveren vorm verschijnen en omdat de kunst het wezen van de dingen bepaalt zal een kunstwerk verrassend in nog ongedachte behoeften kunnen voorzien.

[p. 93]



illustratie
EL. LISSITZKY
PROUN
‘PROUN IST DIE UMSTEIGESTATION VON MALEREI NACH ARCHITEKTUR’