200. E. du Perron aan M. ter Braak
Spa, 9 Aug. [1932]

aant.

Beste Menno, Ik las Bouw's pleidooi, maar de goede man zwamt een beetje, zooals ik hem overtuigend meen te hebben aangetoond. Hij schrijft: ‘met deze Coster (27 blzn) en de 18

[p. 264]

blzn. van Slau, en Menno over Ludwig, blijft mij niets over’. Hieronder copie van het lijstje dat ik hem zond, bijwijze van ‘mogelijkheid’:

Coster III 27 blzn.
Slauerhoff laatste stuk 18 blzn.
Menno over Ludwig 4 blzn.
  (zeker niet meer!)
Kort verhaal (Bep of Vestdijk, Louis XIII) 5 blzn.
Twee sonnetten van Jan v. Nijlen 2 blzn.
Gedicht van Van Geuns bv. 2 blzn.
Eén of 2 gedichten van Vestdijk bv. 2 blzn.
Panopticum 4 blzn.
  -----
  64 blzn.

Lijkt jou dat geen prachtnummer? Dat meneer Brulez moet wachten, kan me daarnaast een zorg wezen, dat doet men wel meer in tijdschriften. Brulez komt dan in October en Blijstra in November, dat is heusch nog vroeg genoeg - en als er een te groote opstopping is van copy, slaan we na Slau eens een nr. over met de vervolgroman, dat is voor de lezers ook wel eens plezierig. - Als Coster III gesplitst moet worden, bederft B. niet alleen mijn effect, maar houdt hij natuurlijk een Coster-stuk over voor Januari, wat absurd zou zijn en zelfs onmogelijk, met het oog op mijn samenvattend artikel over poëzie, proza, enz. En om de verdere stukjes ook allemaal te splitsen, en telkens de beenen van een vorig tegelijk met de romp van een volgend te moeten plaatsen, verdraai ik absoluut.

Ik las je waardeerend stuk over Van Wessem en ben zéér benieuwd naar die roman. - Heb je papa Doumer nu ook al? En mijn stukje over de thee bij Ludwig? Graag je opinie over allebei! Ik ben ook erg benieuwd naar je panopt. over het ‘linksgerichte’. Misschien hapert er inderdaad nog iets aan Bep's verhaal, maar het is een ‘eerste proeve’. Zij heeft iets anders in het hoofd, dat mij toeschijnt veel beter te kunnen worden. In ieder geval vind ik Opschorting ook zeer plaatsbaar; of moet ik mij van stemming onthouden? Jouw bezwaar tegen den schrijven-

[p. 265]

den bankier kan ik niet deelen, et pour cause! ik ‘suggereerde’ dat, omdat als monologue intérieur 's mans vocabulaire mij zoo ‘precies’ en ‘hoog’ leek!

Ik ben confuus van het succes dat mijn Coster in je familiekring heeft. Ja, ‘eerlijk gemeend’ zal hij het wel hebben! Het is een ‘eerlijk gemeende’ zwendel geweest, dank zij nòg dommeren, die er jaren lang nòg harder in gezwijmeld hebben.

Wij gaan ± 16 dezer van hier naar Parijs. Houd je daar rekening mee? Tegen 27 Aug. zijn we weer in Gistoux, dus in den tusschentijd - òf naar P., als ik je een adres kan opgeven, òf naar Gistoux schrijven.

Bouws' lezing viel me ook erg mee. (Ik mag niet zeggen dat ik er ièts mee te maken heb!)

Ik won nog 22 frs. in de salle des tout petits jeux. Dien avond met jou verloor ik er 32. Het tafeltje is me dus nog 10 frs. schuldig (dat vechten we nog wel uit).

Hartelijke groeten, ook van Bep, je

E.

Ik schreef nog een kort panopticumpje tegen Colmjon en Verbraeck, met dat kwatrijntje tot slot. Het moet pas in December erin; tegen Sinterklaas, zegt Bep.

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie