280. E. du Perron aan M. ter Braak
Bellevue, Donderdag. [15 December 1932]

aant.

B.M., Dank voor de condities van Vic - of liever van de N.R.C. - Wil je Vic opbellen en hem vragen of hij reeds artikelen heeft over Le Pari van Fernandez, Les Loups van Mazeline, en Voyage au bout de la Nuit van Céline? Ik denk van wel; want het zijn de ‘prijzen’ van dit jaar; - als er één bij is dat nog niet besproken of gereserveerd werd, laat hij jou dat dan zeggen, schrijf jij het mij dan dadelijk en zeg Vic dan dat ik hem over 5 dagen een stuk erover zenden zal (dus dat hij dat meteen voor mij ‘reserveert’). Ik doe dit nu zoo, omdat het haast heeft - de rest behandel ik wel met hemzelf. Ik zou ook willen weten wat de limites van ‘kort’ zijn; dan stel ik daar mijn toon op in. Twee bladzijden MS.? Vraag hem dat ook, wil je? Dan wordt 2 1/2 blz. MS. een groote uitzondering.

Vreemd, die afkeer van V.d.H. voor Fransche literatuur; maar het zal een natuurlijk gevolg zijn van de groote lappen die hij plaatste van Premsela! - Werkt Pr. nog altijd mee? Dan zie ik niet veel heil voor mij, behalve juist in de ‘curiositeiten’ (qua roman dan).

Is X. bezig aan een studie voor Uren met E. du P.? Zooja, zeg [...] dan dat X. eerst met volle aandacht blz. 89-90 bestudeert van Vriend of Vijand. [...].

[p. 392]

Nu, ik wacht op antwoord over Valmont, Mertueil, etc. Hart. groeten, je

E.

Slotnoot: Après tout, laat maar loopen: ik heb ook geen haast!

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie