H. Marsman
aan
Menno ter Braak [Eibergen]

Gistoux, 27 augustus 1931

Gistoux, 27/8-'31

B. Menno.

In aansluiting op wat Eddie je schreef: de Vr. Bl. zullen verdwijnen. Dat betekent nog niet dat ik onmiddellijk je man ben. Ik zal je in de eerste week van September mijn beslissing schrijven. Eddie wees je al op een moeilijkheid: ik ben tegen Bouws als red. - niet als red.-secr. Terwijl Zijlstra dat schijnt te eischen, als ik toetreed. De bezwaren van Zijlstra ken ik niet, raken mij niet, lijken mij alleen wel vermakelijk voor zoover ik ze gissen kan.

Alleen dit: als ik in de redactie een element ben dat door Bouws ‘bewaakt’ moet worden, als een sprinkhaan door een olifant, waarom acht Zijlstra jullie, E. en jou, daartoe niet voldoende in staat?- Enfin: dit zal wel te regelen zijn. Ik zou overigens deze eerste uitgevers-inmenging in de samenstelling der redactie [waarvan] je hem voortaan contractueel gaat uitsluiten (zoodat jullie er mij tegen zijn wil in na het sluiten der overeenkomst gemakkelijk kunt in halen, desgewenscht, [als] ik dan wil) maar direct écarteeren, in jouw plaats.

Verder zou ik geen honorarium eischen als red. maar wel vergoeding van reiskosten en porti. -

Ten slotte: laten we, als ik mee doe, Roelants, die puur een naam is (en geen erg klinkende) laten vallen. Voor de V. Bl. deed hij nooit iets, als ‘Vlaamsch Red’. We blijven dus, eventueel, een triumviraat zonder meer.

Dick was erg kwaad omdat jij buiten ons om, terwijl de overname der V.B. Nog hangende was, met Zijlstra in onderhandeling trad, en ook ik vond het eerst erg vreemd en onvriendschappelijk. Je kunt nu wel zeggen: de zaak gaat voor, maar dat hoeft je persoonlijke reacties niet af te stompen. Intusschen heeft Eddie een zeer bevredigende explicatie gegeven, die ik D. uitvoerig bericht heb, met mijn conclusie: dat jij m.i. geheel behoorlijk bent geweest.

v.W. schrijft mij een geschikt briefje: ga gerust met hen mee. In hoofdzaak aarzel ik nog hierom (gesteld dat mijn bezwaren, boven genoemd, zou worden opgeheven), dat ik mij voortdurend meer aan het tijdschrift-leven onttrekken wil. Hoor ik nog van je? (Dan naar Utr.) - Anders jij vòòr 7 Sept. van mij. Ik moet er nog [eens] over slapen.

h. gr. H.

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie