Menno ter Braak
aan
D.A.M. Binnendijk [Zutphen]
Eibergen, 23 juni 1924
Eibergen 23.VI.'24
Beste Dick
Excuseer beroerd schrift, want mijn lorgnet is ter tennisbane gesuccombeerd. Dit ter inleiding en ter karakteriseering van de heerlijk lullige stemming, verdiept in werkje en spelletje tennis, waarin ik me nog vanavond bevond bij de aankomst van je brief. Mijn kaart, rustig kabbelend, was er trouwens een beeld van, dat je nu wel hevig geïrriteerd moet hebben.
Om tot de zaak zelve over te gaan: je advies ‘Raad me niet’ is overbodig. Ik begrijp volkomen, dat een buitenstaander, zij het dan ook een vriend hier geen raad te geven heeft. Dergelijke dingen moet je nu eenmaal zelf tot een eind brengen. Als je me nu wat openhartigheid niet kwalijk neemt, wat ik vertrouw, zal ik je dus alleen mijn oordeel zeggen, ook alweer voorzover ik hierover een opvatting kan hebben.
Je bericht kwam absoluut onverwacht. Ik was langzamerhand in den waan gekomen, dat tot zekere hoogte voor jou een dualistische ‘liefde’ mogelijk was. Iets, waarover ik me heimelijk steeds ben blijven verwonderen. Zoodat het me nu volkomen zuiver voorkomt, dat je een oplossing naar één kant hebt gezocht. Dat het me voor Friede meer dan ontzettend spijt en, haar kennend, ook voor jou, behoeft geen verder betoog, maar dat heeft met de quaestie zelf niets uitstaande. Je continueert een verloving nu eenmaal niet om deugdelijke eigenschappen en intellectueele waardeering. Magdalena is mij, behalve van een vluchtige passage op het Damrak en als idee-vrouw uit ‘les Amours fatales’ onbekend. Ik weet bovendien niets van haar, dan wat uiterlijke bijzonderheden. Over die dingen dus liever mondeling. Alleen één raad, ondanks mijn voornemen geen raad te geven: Gooi je niet onbedacht weg, totaal, aan iemand, die ongetwijfeld tot de fataliteit van je leven behoort, maar misschien alleen moment was in de lijn van je zelferkenning. Mijn bedoeling zal wel door deze afschuwelijke wijsgeerigheidswoorden heenschemeren.
Ik begrijp, dat de fonteinen der ergenissen je thans te Zutfen rijkelijk zullen spuiten. Kom dus ten spoedigste hier. Er zijn twee mogelijkheden: 1. Van Donderdagmorgen tot Zaterdagavond. 2. Van Maandag volg. week tot Donderdag of Vrijdag. Waarom dit alles zoo in elkaar gedraaid zit, zal je nu nog minder interesseeren, dan het mij thans na ouderlijke exegese doet. Bericht me dus even, wanneer je het liefst komt. Van onbescheiden inmenging heb je hier geen last. Ik deelde hier alleen mee, dat je verloving uit was, verder niets. Er is een aparte werk- en kletskamer.
Voor heden genoeg. Ik weet te weinig, om confidentieeler te schrijven. Tot je komst trek ik me nog iets dieper in de schulp der Hegelsche berusting terug.
Hartelijke groeten
je Menno
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum