D.A.M. Binnendijk
aan
Menno ter Braak [Den Haag]
Zutphen, 17 juli 1924
Zutfen 17–VII-XXIV
Beste Menno.
Ik wachtte te lang met het beantwoorden van je brief. Er valt ook niet veel te schrijven. Ik benijd je: ter piere en ter bibliotheeke te kunnen gaan.
Het eenige nieuws (dat voor jou misschien ook geen nieuws meer is) bestaat uit het ontvangen van een brand(-dreig-)brief van Jo, die plan heeft op goed (?) geluk (daar komt een ‘ongelukje’ van - zal je zien!) naar Parijs te gaan; en mij dringend verzocht wél geld te sturen maar géén bezwaren te opperen. Van Wybo vernam ik nog nadere bizonderheden over haar houding in haar laatste ‘banio’ en haar eerste voornemen om naar Italië te gaan. Zij denkt zeker, dat ze daar ook wel amsterdamsch verstaan en onvatbaar zijn voor blondines. Ay! Geld had ik niet voor haar en goede raad maar al te veel, - doch die hield ik op vereerend verzoek harerzijds voor me. -
Bij van Kampen vroeg ik de ‘Kwatrijnen’ van Japie de Haan aan; dewelke ter bespreking ontvangen. Ik zal zien er over te schrijven voor 't vac-nummer.
Ik verheug me erop je, in elk geval, de volgende week te zien. Kom maar een paar dagen eerder, en breng die hier door - als er plaats is. Of heb je al iets trekpleisterigs opgedaan in den Haag? God zegen je dan!
Laat nog wat hooren.
Hartelijke [-]]
D.
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum