D.A.M. Binnendijk
aan
Menno ter Braak [Eibergen]
Zutphen, 21 juni 1925
Zutphen, 21/6 1925
Mon cher ami.
Nog steeds geen beslissing genomen in zake Cambridge. Er wordt n.l. overwogen, of een bescheiden reisje door België niet beter (= nuttiger) voor mij is. Het wordt vervelend, dat getalm! Aan 't eind van den brief zal ik schrijven hoe het afgeloopen is.
Henrik blijkt wel zeer verstoord te zijn over onze euvelmoed om ons tegen hoogstdeszelfs plannen te verzetten. Ook ik ontving nà verleden week Zaterdag niets van hem. Enfin - òòk goed.
Met buitengewoon genoegen las ik je, werkelijk uitnemend, stuk over die dramatische trein. Ondanks het feit, dat ik door de veelvuldige gesprekken over dit onderwerp wel op de hoogte was van jouw (en mijn) opinie, trof mij deze geconcentreerde samenvatting, die niets te veel en niets te weinig geeft, om de helderheid der definities en de zuiverheid van redeneering en begrip-stelling. Alle hulde! De prijsvraag is aardig: ik denk mij aan Brooke en Heym te wagen. Lübeck, de moeilijkste; (want hier komt het op zeer subtiele dingen aan) zal ik maar onverkracht laten. ‘Ziekewacht’ middelste strofe, en ‘In memoriam’ geheel, vind ik, zonder verdere gedefinieerde kritiek op de aard van het werk te willen leveren, prachtig; ze behooren tot zijn beste verzen. ‘De Danser’ I, 3e strofe, eveneens voortreffelijk; II minder, veel minder zelfs evenals het te magere eind van I, dat niet voldoende opgenomen is in het stroomend-concrete van het geheele vers. Nijhoff: onvergelijkelijk goed, en knap. M'Ahesa vind ikzelf ook goed. Querido niet; slap en uit mekaar geslagen; maar ik zou onder géén omstandigheid er goed over kunnen schrijven: kritiek op kritieken brengt, naar den aard, geen vastheid in een stuk: je moet te veel aandacht verdeelen. ‘Elisabeth’ valt me mee en tegen: mee om de afgerondheid die zij in zoo klein bestek bereikt en die toch het levende niet heeft doodgedrukt; tegen... ja: eigenlijk omdat elke psychologische roman of novelle, om de inhoud, me tegenstaat. Roel is nog lyrischer, egocentrischer, daarom interessanter. ‘De Droom’ lijkt mij (ik las 't pas 1 keer) een sterk stuk proza; vooral ‘proza’, goddank. Iets erin herinnert aan van den Bergh's prozastuk ‘De Boer’ (Getij '19). Hindenburg, een sterke ‘Lofzang’, met benijdenswaardige onrhetorische woordkracht geschreven. Of Omar beter is dan Poppaea durf ik niet te zeggen. Beiden zijn voortreffelijker dan ik ooit van Nico had verwacht. Ik vind dat Henrik eigenlijk zoo erg niet verneukt is in de ‘Marginalia’. De Charade: kostelijk. Van Loon over Unamuno zeer interessant; ook goed om eens over buitenlanders te laten schrijven.
Maar nu een grap: Het Handelsblad van vanmorgen geeft onder Tijdschriften: De Vr.Bl. gedetailleerd overzicht; zooals je weet door Chr. de Graaff. De eenige, die hij overslaat ben... ik. Wraak om zijn gezoende vrouw?! Ik zal deze wraak zoenen. Maar hoe? - Het is 'n best No, inderdaad. Toch heeft No 3 'n nog levendiger aanschijn, dunkt mij. Met de filosofie gaat het best. Ik ben bezig aan Hume. Ook aan mijn scriptie. Herlas, bovendien, Der Idiot, las Rilke's Marienleben, van Kranendonk lichtte mij in over engelsche litteratuur. De volgende week geheel gewijd aan van den Bergh; een kluif! Ik zal het lollig vinden als je weer hier bent. Ik zit hier zoo stierlijk alleen en voelde me eergisteren overwerkt, kon niet slapen 's nachts.
Wim's succes las ik in... de Zutfensche Courant. Ik loerde in elke krant Donderdag en Vrijdag, maar ontdekte niets. Wanneer was de uitslag?
Kamer voor je moeder en tante gereserveerd. Tric-trac-bak staat gereed. Prijs 3.50 p. persoon, indeed (dit is Engelsch!). Nog een nieuwtje: van Rooyen smeekte mij om in Sneek te komen vervangen voor 'n leerares gesch., die met verlof ging (15 uur p.w.). Eerst schreef hij niets over den tijd van het verlof - de smeerlap! Er naar gevraagd, antwoordde hij: tot Juli. Hieruit concludeer ik: tot Juli '26, dus een heel jaar. Met het oog op examenvoorbereiding, Stoett's eischen, etc., wimpel ik het af. Jij zult er zeker ook geen zin in hebben? Om 1 jaar op 'n gat te zitten, nog vòòr dat je afgestudeerd bent en de studie (natuurlijk) te vertragen erdoor; bovendien op 'n gym., dat zoo'n rotnaam heeft, dat ze je nergens anders meer willen hebben zooals Bloemers en Dolhain mij zeiden; daarvoor pas ik!
Nog steeds hoorde of zag ik niets van Friede. Jij? Zeker evenmin. Ze schijnt nog in A. te zijn. Vroeger moest ze altijd onmiddellijk met de vacantie naar de Steeg, want ‘Mama’ verlangde zoo. Deze Ingenieur schijnt alle moederlijke obstakels overwonnen te hebben! Knappe kerel. Zeker vanwege de bloemen, die hij meebrengt. Maar bovendien is haar lust naar buiten-zijn klaarblijkelijk bekoeld. Dit zijn allemaal bitterheden. Maar daaronder - het is vreemd na al het gebeurde - nu ik zoo alleen ben en veel over allerlei denk, leeft toch nog heel sterk het verdriet om het gemis, het verlangen waarvan ik mij vroeger misschien te weinig bewust was, althans te weinig heb laten blijken. Eenige gelegenheid om te spreken is me ook niet gegeven. En ik heb 'n vermoeden, dat daarmee alles helderder zou worden; dat door een opwekken van oude dingen een scherper inzicht in haar gedrag, bij haar zou kunnen worden te weeggebracht.
Hartelijk gegroet
je Dick
Voor de, reeds verloren, stok accepteer ik onder geen omstandigheden eenig geld; zeg dat aan Wim.
P.S. Ik ga niet mee naar Cambridge!
Mijn vader stelde voor, dat ik met moeder in Sept. naar Parijs kon gaan. Zij heeft dat erg noodig. Jammer eenerzijds! Adio -
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum