D.A.M. Binnendijk
aan
Menno ter Braak (Eibergen)
Zutphen, 3 september 1925
Cher ami -
ik zal a.s. Maandag 1.45 aan het station staan, zonder fanfare-corps weliswaar doch met een lach van oprechte vreugd langs mijn versmalde kaken. Helaas bemerk ik, dat het werk en de afzondering, of beter: de inwerking van deze beide op elkaar mij geen heil brengen. - Vanavond moet ik haastig een ‘prettig, opgewekt stukje over Slauerhoff’ schrijven voor D.G.W. Greshoff belde me gisteravond op, of ik hem in godsnaam helpen wou: er komt een foto van het afscheidsfeest van Slau. in D.G.W. (hij is naar China!); en nu wilde hij er een artikel van mij bij hebben. - Het treft grappig, want Gr. komt Maandagmiddag bij me en blijft den heelen dag. 's Avonds kunnen we dan gezamenlijk iets doen. Van Marsman een brief, dat hij vandaag naar Parijs gaat. Ik tref hem daar. Hoe de copy nu terecht komt, die naar zijn huis wordt gezonden, begrijp ik niet. - Ben erg belangstellend naar ‘Adwaita’. Kranig, dat je het zoo gauw klaar hebt gekregen! Zal het met gretigheid recenseeren.
Tot kijk.
H.gr. aan allen.
t.à.t. Dick
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum