D.A.M. Binnendijk
aan
Menno ter Braak [Eibergen]
Zutphen, 12 juli 1926
Zutfen : 12/7/'26
Mon cher ami.
Al was de aanleiding een litteraire zakelijkheid (zijn er erger en ergerlijker zakelijkheden dan juist litteraire?!), - het deed mij een zachte vreugde je bekende handschrift nog vóór mijn vertrek te mogen zien.
Hoe gaat het met je moeder? Ik wil hopen van goed. Was de operatie niet ernstig? Wensch haar, namens mij, het allerbeste.
Ook ik ben, evenals jij, zonder kleerscheuren hier in dit ellendige achterland aangekomen. Echter niet zonder psychische schokken naar aanleiding en als gevolg van Emmy's bezoek. We gingen naar Noordwijk en reisden 's avonds samen naar Amsterdam. Het was een wonderlijke dag, waarover niet veel positiefs te vertellen valt echter. -
Denk je erom, dat: Augs. het artikel over filmaesthetiek bij van Wessem wordt verwacht?! Verder veel sterkte bij het schrijven over den ‘ondergang’. Wanneer vestigt zich eindelijk eens bij jou de overtuiging dat er althans geschreven moet worden over Opgang, al dan niet aanwezig, maar stellig te wenschen en dus te provoceeren, o scepticus! Het artikel van Van Ginneken heet: Esthetica en Taalpsychologie en is te vinden in: De Nieuwe Taalgids III, 161 volg. Het citaat staat pag 166. En luidt als volgt:
‘Wat mij aan dit nieuwe element bijzonder belang inboezemt, is het algemeene taalverschijnsel, waarvan dit dichterlijk fenomeen onder heel speciale belichting slechts de ietwat vervormde schaduw is’.
Opmerking van mij: Ik snap er geen jota van. En de beeldspraak is aller-erbarmelijkst: ‘een dichter die de vervormde schaduw is van een taalverschijnsel’?! Wat is de gewone onvervormde schaduw? De spreektaal-sprekende niet-dichter? Het is mij alles even onbegrijpelijk. Hou je taai bij dat bedrijf.
Mijn beste groeten aan ‘Mevrouw Planten’ en zelf een stevige poot.
je Dick
Groet ook je ouders etc. Stoett's vrouw is Zaterdag gestorven. 't Stond in 't H.bld. Ik ga as. Vrijdag weg. Het adres gaf ik je, geloof ik.
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum