Menno ter Braak
aan
D.A.M. Binnendijk (Amsterdam)
Rotterdam, 27 januari 1931
R'dam, 27 Jan. 1931
Beste Dirk
Hartelijk dank voor je gelukwensch! Ik liet den dag natuurlijk passeeren, zooals alle dagen passeeren, trof 's avonds Bep in den Haag, zat met haar in Regina ouderwets te praten.
Ik was laatst even in Amsterdam, maar had toen een ‘noodzakelijke boodschap’ bij To ter Haar, en ik moest vroeg weer in Rotterdam zijn. Verder was ik er nog niet, omdat ik hard aan mijn roman zit te werken, die in Februari af moet. Vandaar mijn algeheel stilzwijgen. Het ding is op een oor na gevild, maar nu het oor! Ik heb het doorgedacht en moet het nu nog schrijven.
Een week geleden was ik in Brussel, logeerde een nacht bij du Perron. Deels voor zaken bij Stols, die ook al om Hampton Court flirt, deels om met du Perron nader kennis te maken. Er moet beslist een geheele avond worden georganiseerd, om jullie principes in persoonlijk debat te laten botsen. Het is een uiterst scherpzinnige vent.
Stuur me vooral doorslag van je stuk. Niet voor repliek, want onze standpunten kunnen m.i. beter voor zichzelf spreken. Deze manier van behandelen in de V.Bl. lijkt me ook de eenig juiste. Intusschen: zeer benieuwd!
Ik hoop binnenkort aan te komen!
Groet Enny hartelijk,
zelf een hart. hand van
je Menno
N.B. Met Gerda en mij gaat het uitstekend. Wij verrekken alleen van de te wisselen papieren. B.v.: een ‘Ehefähigheitszeugnis’. Niet ikzelf, maar... de gemeente Rotterdam moet dat geven! M.
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum