Ant Faber
aan
Menno ter Braak [Eibergen]

[Veendam], [20 augustus 1932]

Zaterdagmiddag

 

Lieve Menno

Vanmorgen je brief en even later ‘Dr. Dumay’ per expresse. 'k Heb hem met gejubel ontvangen. Zeer verheugd voor je, dat het af is! 'k Ben maar direct begonnen te lezen, vanmiddag verder. 'k Vond het erg goed, Menno. 't Is toch wel héél anders geworden als ‘Hampton Court’, beter vind ik.

Ik begrijp nu wel, dat je na de vergifscène een gevoel had, of het boek klaar was; je zal een vreemd gevoel gehad hebben, toen het ‘eruit’ was. 'k Heb gelachen om ‘Ant Faber’ voorin, geen gezicht gewoon.

Ik zat er toch goed in, 'k verbaasde me, dat ik direct kon gaan lezen, geen aansluiting miste met de vorige bladzij.

We praten er de volgende week nog wel over. Ik schrijf nu maar weinig want ik kleef aan het papier vast en m'n hersens zijn gesmolten.

M'n brief heb je intusschen wel ontvangen. Als ik niet meer van je hoor, ga ik 7.49 uit Zutfen en ben 9.47 in Amst.(C). Ik zie je daar dan wel.

Ik verheug me zeer, 'k hoop alleen, dat het dan niet zoo warm is. 'k Verlang eigenlijk wel een beetje naar je. 't Is ook al 4 weken geleden.

't Is erg prettig hier. Oom Cor toch wel aardig, je moet er wat langer wezen.

Vader is vandaag naar Friesland, twee openluchtmeetings en een preek. Hij kan wel bezwijken.

Misschien ga ik morgen mee ter kerke. 'k Heb aangekondigd van niet, omdat ik niet de schijn wil wekken, deze kerkgang te beschouwen, als bij de logies behoorende.

Wat is 't anders smoorheet hè. Hoe was 't in Eibergen? Het gedicht van Greshoff vind ik mooi. 'k Ben benieuwd naar de bijdrage van Bep.

Nu geliefde. 'k Zie je gauw, dus maak het kort.

Heb het goed in Tiel en tot ziens!

Dag hoor!

je Ant

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie