Ant Faber
aan
Menno ter Braak [Rotterdam]

[Scheveningen], [na 24 november 1932]

Lieve Menno

Vanavond een brief van Eddy, hij slaat het niet af, maar voorloopig is het niet noodig; de brief zal ik meenemen. Dus dat is weer in orde. 'k Heb even een cartje teruggeschreven vanavond.

Met de Pipa samen in de v. Bleiswijkstraat gegeten. Hij was eenigszins onrustig, moest aan 't woord vanavond, defensie, aanval op de ‘Christelijke’ regeering. Hij vreesde, dat de voorzitter hem af zou tikken, als zijnde niet aan de orde. 'k Heb hem een waarschuwing meegegeven aangaande de preektoon.

Mantel - hoed, japon zijn gearriveerd. De eerste valt zeer in de smaak, de laatste ook wel, de hoed lijkt wel ‘pet’. Enfin, 'k zal er morgen nog eens op studeeren. Van de jas ben ik werkelijk zeer verrukt.

Weet je al, dat ik m'n haar anders ga doen? Maar 't moet eerst nog wat aangroeien. 't Zal beeldig worden.

Vanmiddag ben ik drijfnat geworden, zooiets als Ruurlo, verder kletste ik nog middenin de Breestraat languit over de straat; ik doe dat heel handig meestal, zoodat er ook nu zelfs geen kous stuk was. Gelukkig had ik mijn taschje opgeborgen, zoodat daar geen smetten op zijn gekomen, verbeeld je. 'k Ben er toch zoo mee in m'n schik, echt!

Gisteren, tijdens mijn diner in de Turk, heb ik mij ettelijke malen gepoederd en besnoten, alleen maar om het open te ritsen. Zeer genoeglijk, gemakkelijk en smaakvol en chique enz.

Ik zal dus maar komen Zondag? Waarschijnlijk kom ik dan vast Zaterdagavond 11 uur, 'k weet het nog niet zeker, hoor! Anders zien jullie me wel Zondag verschijnen tegen 12 uur; terwijl ik het neerschrijf lijkt me dit laatste weer waarschijnlijk.

Moest de Heer v. Vriesland op dat snertstukje over Forum nu zoo lang broeden. Lijkt me wat gezocht. Je ziet, dat je nog weer duidelijker moet schrijven, daar hij ook al vindt, dat je de waarde van de kunst aantast.

Ben je alweer opgeschoten met schrijven? 'k Ben zeer benieuwd. Morgenmiddag ga ik een poosje winkelen; morgenavond hoop ik nog wat te werken; 'k schiet weer niets op.

Heb je al een boek voor Truida bedacht, doe zulks alsnog.

Dag hoor, tot ziens.

'k Verlang wel eens een beetje naar U.Ed.

Dag,

je Ant

 

Bij bestiering Gods, vergat ik deze op de bus te doen vanmorgen. Ik vond je briefkaart. Ik kom dus Zondag tegen de koffie. De brief van Eddy sluit ik hierbij in. 'k Ga een beetje naar bed, heb vanmiddag vrij en ik ben zoo moe als een hond. Dag hoor tot ziens. 'k Verheug me op de Filmliga!

Dag hoor.

Ant.

Groet Truida.

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie