Ant Faber
aan
Menno ter Braak [Rotterdam]

[Zutphen], [na 29 juni 1933]

Lieve Menno

We schrijven weer zoo gezellig langs elkaar heen. Ik weet nu niet meer, wat ik doen moet, blijf dus maar tot Zondag hier. 't Is ook wel beter. 'k Vind het jammer, dat je niet komt, maar voor Eddy is het veel prettiger, dat hij je zelf even spreekt. Doe ze veel groeten. Ik ga nu Zondagavond naar Scheveningen en kom dan Woensdag in Rotterdam, tegen de koffie. We moeten dan ook een uurtje wijden aan zakelijkheid. 't Is nog maar kort en de 15de moet mijn boeltje weg zijn uit Scheveningen.

Bert is weer op, het gaat nu goed. 'k Wil nu ook wel eens weer weg. Mineke zwoegt, vanavond moet ik natuurkunde met haar instudeeren, ze wordt zenuwachtig en knijpt 'm reusachtig. 'k Weet niet of 't wel zal lukken, ze staat wel half. 't Is te hopen voor 't kind. Vanmiddag was pg. v.d. Sluis op bezoek met echtgenoote.

Nu geliefde, 't beste maar, toch wel leuk van dat pluimpje. Vooral bedankt voor de ‘Groetjes’ ik proef de genegenheid. Veel goeds. Stuur een ansicht uit Brussel naar Scheveningen.

Tot ziens dus.

Dag. Veel liefs

je Ant

 

Groeten van Mineke.

 

‘Men’ vindt het jammer dat je niet komt!

 

'k Ga eens in een Baedeker op zoek naar Sils Maria. 't Lijkt me best! Dag!

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie