Menno ter Braak
aan
H.E.G. ter Braak en G.A. ter Braak-Huizinga (Eibergen)

Berlijn, 24 maart 1927

Berlijn, 24 III 1927

 

Beste vader en moeder

Mijn vorig, eenigszins aphoristisch, schrijven, kwam zeker wel aan, nadat ik het eerst van de post terug had ontvangen, omdat de zegels ontbraken (blijkbaar niet goed opgeplakt; deze beleefdheid is echter tijdroovend!). Ik kom dus niet 4, maar 5 April, al dan niet afgehaald door de auto; dat hoor ik dan nog wel nader. Ik was eergisteren op het Tempelhofer Feld en kreeg sterke aandrift om te gaan vliegen; maar het is altijd nog te duur en veel geld zal ik niet meer overhouden. Het is overigens een prachtig gezicht bij schitterend lenteweer de machines te zien neerstrijken en opstijgen. Ik was diezelfden dag ook op het Garnisonsfriedhof, waar dr. Geissel begraven is; oneindige rijen Kriegsgräber, dicht op elkaar, een horribel panorama. -

Vrijdag bezocht ik Karl Scheffler, de bekende schrijver van ‘Geist der Gothik’ en veel andere aesthetiseerende boeken, een zeer merkwaardig selfmade kunsthistoricus met een inslag van genialiteit. Zeer toevallig had juist oom Nico me dien dag enthousiast over zijn werk geschreven, niet vermoedend, dat ik hem toen juist zou bezoeken. - Gisterenavond was ik nog eens ten abendbrot bij mijn physioloog, waar het ook ditmaal zeer gezellig was; hij komt in September in Holland werken, ik hoop hem dan ook in Amsterdam te introduceeren.

Deze week zag ik een heel goede film naar Schnitzler's ‘Liebelei’ en een zeer slechte, nationalistische ‘Prinz Louis Ferdinand’, waarin o.a. Rahel Varnhagen optreedt. (Naar aanleiding daarvan schreef ik een stuk voor I10; dat, naar verluidt, door ‘Rusland’ betaald wordt!) Ook kreeg ik een programma van de filmconferentie, waar Jordaan, Franken, Bep de Roos (filmcritica van de ‘Stem’) en Winkler ook spreken. Ik Vrijdagavond 22 April, hoop echter de heele conferentie mee te maken: ook zal ik bij terugkeer ijlings mijn lezing moeten samenstellen. - Tooneel deze week een première van Hasenclever ‘Ein besserer Herr’; een zeer scherp satyrisch stuk, dat als motief een huwelijksadvertentie heeft. Liefde is Geschäft! Charleston is het eind.

De familietwisten zijn hier weer zeer hevig, naar aanleiding van de Einsegnung, waarvan ik al meer dan genoeg heb. De verhoudingen zijn inderdaad bar, en wel door de schuld van de bekende ‘Tante Malchen’, die voor mij een zeer interessant pathologisch studieobjekt is, maar werkelijk een zeer geraffineerde sadiste blijkt, ik zal dat mondeling alles wel uitvoeriger expliceeren. - Naar aanleiding hiervan nog een korte opmerking over bijgaand herderlijk schrijven, dat oom W. en tante B. mij als ‘dank’ voor de foto hebben toegedacht. Ik weet, dat zij het goed meenen, zal dus daarom hen ook niet persoonlijk antwoorden om geen familie onaangenaamheden te verwekken, maar wil toch graag van dergelijke provinciale, sentimenteele, domineesachtige en patent-zedelijke briefkaarten verschoond blijven. Zij kunnen mij de foto terugzenden, als die hun niet bevalt; wat (hier in Berlijn n.b., mijn God, ewige Provinzler!!) de ‘zielsrust’ van een veertienjarig meisje betreft, ik ben oud genoeg, om zelf te weten, hoever ik in dezen gaan kan. Het spreekt toch wel vanzelf, dat dit heele geval door mij met opzet als grap is bedacht; en zelfs een beetje Schwärmerei van Gerda voor mij zal haar ziel niet schaden; er zijn hier andere invloeden, die een ziel wel schaden, maar waarvan ‘brave’ zielen als oom W. en tante B. blijkbaar nog steeds geen begrip hebben. Als ze echter meenen mij zachtkens de les te moeten lezen, zijn ze aan het verkeerde kantoor; in ieder geval is dit geen manier van doen en het is louter om familieruzie te vermijden, dat ik het U overlaat er (op tammere manier) hun iets van te zeggen uit mijn naam. Attenties zal ik hun echter in het vervolg besparen, want waar hun zedelijke normen beginnen of ophouden, weet ik niet.

Donderdag en Vrijdag ben ik dus naar Dessau. Voor dien hoor ik zeker nog wel iets?

Hart. gr.

Menno

 

N.B. Deze brief behoeft natuurlijk niet onder de verwantschap te circuleeren, die hieraan aanstoot zou kunnen nemen, te weten dus de andere tak der fam. ter Braak.

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie