E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Scheveningen, [21 maart 1932]
Maandag; Scheveningen.
2e brief
Beste Menno,
Ik heb je brief en panopticum aan Bouws doorgestuurd met een commentaar waarover hij je wel zal opbellen. Ik ben natuurlijk weer ‘lastig’ geweest. Soit; maar mijn besluit staat vast. Als dat kwatrijn geschrapt wordt, gaat de rubriek Panopticum mij verder niet meer aan. Dan moet Maurice je daarin maar wat krachtiger bijstaan en, zoonoodig, Bouws. Ik kan alleen polemiseeren op mijn manier, anders doe ik het liever heelemaal niet.
Maar de oorzaak ligt dieper. Ik heb het je al eens gezegd: van het begin af heb ik den indruk gekregen dat ik voor Zijlstra, voor Bouws, voor jou en Maurice zelfs waar het ‘algemeen belang’ jullie preoccupeert, een ongewenscht element ben - niet geheel, maar toch wel ergens. Dit gevoel begint mij te hinderen. Als Zijlstra wèl je Démasqué uitgeeft en niet mijn Uren met Coster acht ik mij van iedere solidariteit met Nijgh & Van Ditmar ontslagen. (Ik schreef dit aan Bouws). En voor een groot deel verlies ik dan ook het gevoel van te hooren bij Forum. De Uren met Coster heetten vroeger uitstekend te zijn, juist voor ons ensemble; en als het te lang werd voor het tijdschrift, dan leek het in de Forum-reeks toch een nummer van kapitaal belang. Nu krijg ik allerlei ‘condities’ te hooren, en heeft ook Bouws allerlei ‘commercieele inzichten’ er over; ik heb het gevoel (zéér oncommercieel en onverstandig, dat geloof ik graag) dat ik alleen met een deel van mijzelf bij Forum hoor, maar dat iedereen in laatste instantie bereid is om (uit welke overwegingen dan ook) tegen mij te stemmen. Dit gevoel is mij verdomd onaangenaam; het gaat op een compromis lijken, en daar kan ik bepaald niet tegen. Ik geef heusch liever voor de rest van mijn levensdagen bij Stols uit, en betaal dan nog mijn boekjes, als dat moet en kan, dan zoo half getolereerd een ‘voorman’ van Forum te zijn.
Je begrijpt toch, hoop ik, dat dit alles allerminst tegen jou gaat. Ik leg je alleen uit wat ik voel - en wat ik al eens eerder met je besproken heb. - Toen Forum werd opgericht, sprak onze brave Zijlstra van een ‘historisch moment’. Men moest hem aan het verstand zien te brengen dat, voor zooiets, de Uren met Coster wschl. van meer belang zullen blijken te zijn dan Het Verboden Rijk van Slauerhoff. Als we den heelen tijd rekening moeten houden met Fatsoen en Verkoopswaarde, word ik langzaam maar zeker misselijk van de heele affaire. Daar wou ik op neerkomen. Ik behoor heusch liever heelemaal niet ergens bij, dan half of driekwart wèl (En dan om wèlke redenen niet!)
De rest bespreken we morgen wel als je hier bent. Dit zend ik je met het oog op het telefoontje van Bouws.
Met hartelijke groeten je
Eddy
Over dat Panopticum nog dit. Èn jij, èn Bep, en Vestdijk, vonden het kwatrijn op zichzelf aardig. De bedenking dat men Grauls alleen a/h woord moet laten is malligheid; in zoo'n geval antwoordt men over het algemeen altijd. Ik krijg nu het gevoel dat het gaat tusschen Bouws en mij, en alweer om ‘fatsoens’-principes. Het wordt me tè bête.
Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag