E. du Perron
aan
Menno ter Braak

Gistoux, [24 april 1932]

Gistoux, Zondagmiddag.

(Ik vertrek overmorgen vroeg.)

Beste Menno,

Dat stuk ‘over het komische’ vond ik wel aardig, maar dan toch ook niets meer. Maar terwille van het niet uitsluitend-literaire karakter van Forum is het misschien goed af en toe zooiets te plaatsen? Dan nog lijkt het me wat erg vulgariseerend en lang. Maar soit; ik ben slap vóór. Ik zond het door naar Roelants.

De novelle van Vestdijk zag Roelants niet, neen.

Hierbij de 1e helft van het essay. Gegeven de absolute onbekendheid van de dame, èn haar ‘poetisch karakter’, ben ik zeer voor dit stuk, dat zoo geheel bij ons hoort. Vmdl. zal een heeleboel eruit jou ook zeer behagen. De 2e helft is net zoo lang en wordt ‘in het net gebracht’. Die stuurt Vestdijk je zelf dan nog wel eens uit den Haag. Of schrijf hèm wat je van dit 1e stuk denkt (hij is daar zeer benieuwd naar), adres: Daal-en-Bergschelaan 18, 'sGravenhage - en spreek eens een ontmoeting met hem af.

Schrijf je me eens naar Bergen, tusschen 27 en 30? In een brief van Bouws (de man is natuurlijk op slag aan het overbrengen geslagen, Willink en wie niet?) stond: ‘bij je terugkomst moeten we dat vieren (precies iets voor mij, en voor Bep!) met Menno en juffrouw X en Vic en Truida.’ Ik schreef hem terug of dit laatste ook een soortement feit is, of alleen nog maar een stoute veronderstelling? En wat is ‘Vic en Truida’? Iets tant soit peu serieus, of alleen maar un goût passager, dat het ‘avontuur’ moet vervangen voor de vrouw? Als ik onbescheiden ben, hoef je niet te antwoorden, maar je weet, ik wensch Truida alleen maar het beste toe, in dit opzicht, en op een manier die je moeder misschien voorgoed met me zou verzoenen, als ze er ooit achter kwam.

Maar nogmaals: àls het met een ‘avontuur’ beginnen moet, dan nog veel liever Vic dan de een of andere Kring-pallurk met een Don-juanisme van den Nederl. Tooneelbond. Je mag Truida ook deze brief laten lezen, voor het geval zij oordeelen moet of jij het zeggen zal, of zij, of dat er niets gezegd mag worden, of dat er niets te zeggen valt. Gegeven de stompheid van mijn berichtgever, dacht ik dat er wel iets moest zijn, eer hij het ontdekken kon. Maar misschien is hij na de schok die hij per telefoon kreeg zóó overslim, dat hij overal spoken ziet, dat kan natuurlijk ook.

Deze laatste dagen in Gistoux zijn curieus. Ik zal toch blij zijn, als ik weer elders zit. En eerst werkelijk gelukkig als ik in den trein zit naar het èchte avontuur.

Kreeg je van Bouws mijn toegevoegde revolutie-vaerzen? De 2 slotregels van het eene beteekenen dat ik, àls ik als salonanarchist of zooiets door de communisten moet worden opgehangen, dat toch liever niet tusschen de rokken van pastoors en andere ‘foedralen’ van misdienaars word. Het schijnt n.l. dat ik ook erg ‘cryptisch’ ben geweest. - Ik stuur je spoedig (wschl. uit Bergen) het stuk over Lawrence. Dadag! Ook veel hartelijks, en indien noodig, still my very best wishes, voor je jongste zusje. Een hand, je

E.

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie