Menno ter Braak
aan
E. du Perron

Den Haag, 17 januari 1934

den Haag, 17 Jan. '34

Pomonaplein 22, denk eraan: 22!

Beste Eddy

Ja, ik had je al eerder moeten schrijven. Maar momenteel is alle drukte over mijn hoofd losgebarsten, want de heer de Lang heeft mij (godbetert) ‘ontdekt’ en wil mij ‘lanceeren’, lees: exploiteeren. De heeren zijn amerikaansch, dreinen om ‘koppen’ en ‘leadings’, kortom, de goede Hein kijkt mij elken dag met zijn goede oogen verschrikt aan. Ik heb achter elkaar ‘leadings’ geproduceerd over a. Reinhardt, b. Wassermann-herdenkingen, c. Gijsbreght. Nu verdom ik het voor minstens drie dagen, maar vandaag moet ik mijn kroniek al weer schrijven. Het beroerde is, dat ik op proef ben voor een jaar, en dat ik trouwens zelf ook wel inzie, dat het luxebaantje van Borel een anachronisme was geworden. Ik tracht nu een nieuw systeem op te bouwen, waaruit ik heelhuids te voorschijn kan komen. Gelukkig schijn ik nogal te voldoen, zoodat ze me niet dadelijk zullen verruilen. Het is een leerzame ‘studie in oppervlakte’. Je hebt er geen idee van, wat voor een analphabeet die de Lang is. Hij leeft in headlines en pagina's (‘mooi paginaatje vandaag, m'nheer ter Braak - leuk - leuk!’). En passant heb ik nog gepersconfereerd met de wereldberoemde regisseurs Jessner en Reinhardt, de één een dikke, de andere een kleine Jood, beide, schijnt het, meesters in hun vak, maar in hun theorieën de ergste plathakken. Ik zette dien dikken Jessner trouwens dadelijk vast met een vraag uit je stuk destijds in Forum. Hij werd toen erg rood, stond zweetend op en keek mij gedurende de verdere zitting telkens moorddadig aan. Gelukkig heb ik onderwijl een scherp panopticum over het fascisme en een artikel over het Oeralinda - boek kunnen schrijven, beide nogal geslaagd vind ik. Je ziet ze wel in Februari; ook jouw stukje over Mme N. is naar de zetterij. Vestdijk komt dikwijls aan, het doet hem kennelijk goed; hij schrijft hard, is aan een roman begonnen en heeft een werkelijk meesterlijk stuk over Joyce geschreven. Vooral het eerste hoofdstuk is uitstekend.

Het oordeel van Coenen is zeer dom, merk ik aan zijn oordeel over Dumay en Kaas, om van Ducroo nog maar af te zien. Als ik wel begrijp, plaatst Gr. Ned. dus maar een stukje ervan. Ik wil graag het ‘hoerenstuk’ in Forum werken, als het eenigszins kan! In April of Mei dan. Schrijf me er eens over. - Ik maak uit Greshoff's brief op, dat ik toch niet heelemaal ongelijk had door mijn wantrouwen tegen de rijstebrijberg van Gr. Ned.! Met Forum hebben we daar tenminste geen last van. Vielen je de Vlamingen mee of tegen?

Het stuk over de Liaisons is zoo beter nog, alleen: ik zou absoluut het slot over Vic weglaten. Het is 1o niet erg toepasselijk, omdat het voor zijn temperament nogal flink ironisch is, en 2o vind ik het in dit speciale geval vervelend tegenover hem, omdat hij het stuk (met lange tanden) heeft moeten slikken en nu buiten zijn weten om nog een hatelijkheid aan de broek krijgt. En dan 3o verzet zich iets in mij tegen het noemen van dezen heer in verband met de geschiedenis met Truida. Zooals je het eerst had, was het voor hemzelf volstrekt afdoende, nu wordt het een met de haren er bij gesleepte toespeling, die een begraven geval weer oprakelt. Begrijp me wel, de theoretische kant rakel ik met plezier weer op, maar het feit zelf liever niet; Ik doe hier de laatste pagina bij, ter ev. wijziging. Laat, om mij een genoegen te doen, de naam en de betreffende passage weg. Over de ziekten heb ik Wim geconsulteerd. Furens is part. presentis (‘woedende’), anémie cardiaque is volgens Wim ook geen ziektebeeld. Maar ik ben ook voor de ééne regel met ‘croquemitaine’. -

Ik hoop de verslagen nog voor je op te sporen, had nog geen tijd. De tentoonstelling schijnt een groot succes te zijn, tenminste Danny is dankbaar en boekhandelaren uit Utrecht en den Haag hebben al besproken voor doorzending van het heele vrachtje.

Gisteravond voor het eerst sedert ik in het inferno ben een toneelstuk (helaas van Reinhardt) gezien, dat mij meesleepte. Diener Zweier Herren van Goldoni. Ik denk, dat ik er bij zat, zooals Nietzsche bij Bizet. Ongelooflijk aardig, amusant, verder niets en dus voldoende.

Ant is ook erg druk, maar wuift groeten. Hart. dus van ons beiden voor jullie beiden

je

Menno

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie