E. du. Perron
aan
Menno ter Braak

Parijs, [22 april 1934]

Parijs, 22 April.

Beste Menno,

Bij nader inzien zal ik maar niet over Cocteau schrijven: de lust is alweer weg, de ergernis ook - voor de overtuiging die ik nu nog heb: dat het flauwekul is en daarmee uit, hoef ik geen 2 blzn. panopticum te schrijven. Weg dus bij de vervlogen voornemens en excuse me! Er zijn ernstiger dingen te bestrijden - het heele panopticum lijkt me soms een mopjestrommel, omdat ‘de tijden’ andere strijdmiddelen vragen dan spot en enkel maar polemische scherpte.

Terwijl ik dit schrijf, brengt de post de verrassing: je Politicus. Op het infame omslag na, ziet het er best uit. Hoe kwam je ertoe deze Ehrenburg-allure te aanvaarden? Had Zijlstra niet een andere ‘pakkende’ formule kunnen vinden (zelfs voor lezers van dezen tijd) dan dit modern-pootige, Duitsche uniform-aspect, waarin zoowat alle rotboeken zich tegenwoordig laten kennen? Of wou je juist het contrast tusschen uiterlijk en inhoud laten waardeeren? Ik ben er werkelijk even van geschrokken.

Zijn de gebonden exemplaren ook zoo gruwelijk?

De opdracht staat, zooals Bep zegt, poëtisch uitgestald en verkwikte ons allebei zeer. Ik las direct hier en daar een paar bladzijden over, en met het grootste genoegen: je schrijft werkelijk voortreffelijk; op een heerlijke manier tegengesteld aan het schrijven van den ‘ongemeen begaafden stylist’ Kuyle bv., die als een schoolmeester zijn moderne gave zinnetjes heeft leeren maken en dat nu ook keurig en zonder mankeeren verder doen zal. Jouw stijl stroomt, omdat hij leeft; ik ken geen betere manier (voor lezers van ons soort) om pakkend te zijn. De kleur, de stijl, alles van het omslag, dat nu het uiterlijke karakter van het boek bepaalt kan niet harder vloeken tegen het karakter van jouw schrijfstijl. Als ik een kritiek op dit boek kon schrijven, zou ik hier uitvoerig op neerkomen, omdat het werkelijk voor het situeeren van belang is, in dit geval.

Wie vraagt nu ook een omslagteekenaar (of is het een bureau?) die Urpost heet? Goddoome!

Hier krijg ik van Bep tot vertroosting gelukkig een 2e kop Nescao (voortreffelijke morgenchocola, speciaal voor dat doel vervaardigd door de beroemde Nestlé-firma van de lekkerste blikkemelk) - het is Zondagmorgen zoodat we in bed mogen blijven tot 12 uur of later. Je boek had op geen beter moment kunnen komen.

Hierbij verder een ontwerp van een brief dien Liepmann aan Colijn wil zenden, om Nederland te dwingen zich officieel uit te spreken, indien zijn verzoek wordt afgewezen. Gelijk heeft hij. Het gaat er nu om, schrijvers te vinden, liefst geen politieke personen of communistisch-georiënteerde lieden, om dit verzoek te steunen. Hij wil een namenlijst erbij voegen. Kan je wat namen verzamelen? Bespreek de zaak met Kramers en schrijf me wat je denkt. Ik stuur een ander afschrift naar Greshoff. Onze namen krijgt L. natuurlijk zoo; maar wie doen er verder mee? Ik sprak hem laatst en heb hem allerlei dingen uit zijn eerste ontwerp laten wijzigen: hij houdt zichzelf nogal naïef voor een beroemd, en misschien wel groot auteur, maar is toch op andere punten heel geschikt: niet dom, en met humor (zou jij zeggen) tegenover het communisme. Hij raadde mij aan om een boek te schrijven over mijzelf onder den titel Der letzte Zivilist (ik hoop dat ik het goed spel). Verder veel dank voor de gezonden exx. van Die Sammlung. Wat ben ik je schuldig, of wat kan ik je ervoor in de plaats bezorgen?

Hart. groeten van ons II.

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie